Financiële positie

Financieel meerjarenbeeld

Intensiveringen 2024-2027

In onderstaand overzicht staan de opgaven waarvoor wij aanvullende middelen beschikbaar stellen. Het betreffen opgaven die niet binnen bestaande budgetten opgelost kunnen worden of waar dit onwenselijke consequenties heeft. We stellen voor deze opgaven op te lossen door het beschikbaar stellen van extra beleidsmiddelen hiervoor. We lichten alle punten afzonderlijk toe.

 

Intensiveringen begroting 2024

Deel-

I/S

2024

2025

2026

2027

programma

1

Flexwonen

1.3

I

-4.500

2

Operatie Ingebruikname Julianaplein

1.2

I

-500

3

Plankosten Lelylijn

4.4

I

-250

Dekking vrijval SIF

1.1

I

250

4

Verkenning en realisatie station De Suikerzijde

1.2

I

-750

Dekking vrijval SIF

1.1

I

750

5

Stadse monumenten Groninger Monumentenfonds (GMF)

1.1

S

-550

-550

-550

-550

Stadse monumenten Groninger Monumentenfonds (GMF)

1.1

I

-500

6

Kansendossier Gerrit Krolbrug

S

-150

-150

7

Toekomstige herinrichting van straten (inzet meeropbrengst betaald parkeren)

1.2 

S

-400

-400

-400

-400

Dekking uit begroting parkeren 

1.2

S

400

400

400

400

8

Exploitatie Fietsenstalling Grote Markt

1.2

S

-250

-250

-250

-250

Dekking uit begroting parkeren 

1.2

S

250

250

250

250

9

Implementatie Omgevingswet

1.3

I

-800

10

Investeringen VTH - invoering Omgevingswet

1.3

I

-1.000

-1.000

-1.000

Dekking uit bouwleges

1.3

I

1.000

1.000

1.000

11

Handhaving op het water

1.1

I

-156

-156

12

Wettelijke taak informatie verzoeken/Woo verzoeken

1.3

I

-174

-174

Totaal programma 1: Economie en Ruimte

-7.180

-880

-700

-700

13

Beleidsvernieuwing externe veiligheid

2.2

S

-100

-100

-100

-100

14

Bijdrage Veiligheidsregio - Brandweerkazerne stad

2.2

S

-68

-430

-429

15

Vervangingsinvesteringen en groot onderhoud 

S

-478

16

Onderhoud openbare ruimte- kosten sociaal werkgeverschap

2.1

S

-176

-207

-234

-641

17

Voedsel- en eiwittransitie, visie landelijk gebied, landbouwtransitie

2.1

I

-507

18

Tweede tranch volkshuisvestingsfonds

S

19

Extra toezicht en handhaving VTH

2.2

I

-472

-362

20

Overlastcoördinator

2.2

I

-180

-222

21

Woontoezicht / pandenbrigade

2.2

I

-800

-800

22

Betaald voetbal

2.2

I

-121

-121

Totaal programma 2: Leefomgeving en Veiligheid

23

Bijzondere bijstand

3.1

S

-870

-1.100

-1.080

-1.095

Inzet beschikbare middelen toekomst met perspectief 

3.1

S

300

300

300

300

24

Wet kinderopvang

3.1

S

-273

-273

-273

-273

25

Individuele studietoeslag

3.1

S

-700

-700

-700

-700

Resterende middelen bijzondere bijstand studenten

3.1

I

700

700

700

600

26

Aanvullen intensiveringsmiddelen armoede en schuldhulpverlening

4.2

I

-900

-900

-900

27

Eenmalige korting dierenartskosten

3.1

I

-35

28

Huisvesting gebiedsteams

4.2

S

-251

-251

-251

-251

Oplossen binnen programma/budget huisvesting

4.2

S

251

251

251

251

29

Actualisatie meerjarenbegroting programma werk&participatie

3.1

I

-1.080

-250

910

3.600

30

Uitvoeringskosten hersteloperatie gedupeerden kindertoeslagenaffaire

3.1

I

-85

Inzet middelen versterking dienstverlening (POK middelen)

4.2

I

85

31

Opgaven iederz

3.1

S

-975

-1.349

-1.559

-1.559

Opvangen binnen beschikbare middelen SW

3.1

S

975

1.349

1.559

1.559

32

Landelijke Vreemdelingen Voorziening (LVV)

3.3

S

-4.865

-4.865

-4.865

-4.865

Rijksfinanciering voor Landelijke Vreemdelingen Voorziening

3.3

S

4.865

4.865

4.865

4.865

33

Meldpunt Zorg & Overlast

3.3

S

-165

-165

-165

-165

34

Zorgkosten Jeugdhulp

3.3

S

-7.800

-9.000

-9.800

-10.500

35

Zorgkosten WMO

3.3

S

2.388

3.150

451

-923

36

Stijging huisvestingslasten GGD en Wij

3.3

S

-300

-300

-300

-300

37

Shelfish

3.5

I

-40

38

Leerlingenvervoer

3.2

S

-917

-1.230

-1.477

-1.615

39

Definitieve oplossing naschoolse opvang voor kinderen met een beperking

3.3

I

-200

Dekking uit jeugdmiddelen en onderwijsmiddelen

3.3

I

200

40

Schakelvoorziening onderwijs- jeugdhulp (Koepeltje Bedum)

3.3

I

-66

-66

41

Aanvullende inzet JGZ verzuim 

3.3

I

-150

-150

Dekking preventie met gezag

3.3

I

150

150

42

Inzet WIJ speciaal basisonderwijs 

3.3

S

-100

-100

-100

-100

Inzet wij onderbrengen bij de WIJ (basisjeugdhulp)

3.3

S

100

100

100

100

43

Kostenstijging IHP tranche 1 en 2 (Grow up)

S

44

Kostenstijging bewegingsonderwijs

S

45

Actualisatie opgave vervangen SBR kunstgrasvelden + saneren/opruimen SBR korrels

I

-143

-31

Actualisatie opgave vervangen SBR kunstgrasvelden + saneren/opruimen SBR korrels

S

-62

46

Particuliere zwembaden Ten Boer (incl. sporthal), Hoogkerk en Haren

3.4

I

-250

47

Plankosten toekomst Kardinge

3.4

I

-1.000

-1.000

-500

48

Atletiekbaan

3.4

I

-80

-50

-50

Dekking uit beschikbare middelen begroting sport

3.4

I

80

50

50

49

Doorbelasting exploitatiekosten Vensterscholen met Sportaccommodatie

3.4

S

-70

-70

-70

-70

Dekking uit beschikbare middelen begroting sport

3.4

S

70

70

70

70

50

Wijkcentrum bij van Houten 2e fase

3.3

S

-85

-85

-85

-85

Dekking vastgoed programma welzijn 

3.3

S

45

45

45

85

51

Accommodatiebeleid, toevoegen acc. en beheer ten Boer Haren

3.3

S

-200

-200

-124

-124

Oplossen binnen gebiedsteam / sociale basis, vanaf 2026 pegas

3.3

S

200

124

124

124

52

Gesubsidieerde instellingen 

3.3

I

-4.300

Dekking uit reserve accres instellingen

3.3

I

4.300

53

Fair practice code

3.5

I

-49

54

Kunstpunt - knelpunten verzelfstandiging

S

-100

-110

-110

Herprioriteren cultuurmiddelen

S

100

110

110

55

Huis ten Post

S

-57

-57

-57

Dekking versterken en vernieuwen / pegas

S

57

57

56

Compensatie stijging lonen en prijzen Martiniplaza

3.5

I

-500

57

Verlengen talentregeling

3.5

I

-120

58

Hoge indexaties en verhoging kosten podiumtechniek

3.5 

S

-70

-70

-70

-70

Opvangen binnen programma

3.5

S

70

70

70

70

59

Mentale gezondheid jongeren

3.3 

I

-200

Inzet incidentele middelen versterking dienstverlening (POK middelen)

4.2 

I

200

60

Aanvullende inzet team gezondheid

3.3 

S

-260

-260

-260

-260

Inzet Rijksmiddelen (Gezond en Actief Leven Akkoord)

3.3 

S

260

260

260

260

61

Aanpak vroegsignalering / doorbreken intergenerationele problematiek

3.3

I

-400

Inzet incidentele middelen versterking dienstverlening (POK middelen)

 4.2

I

400

62

Aansluiten programma opgroeien in een kansrijke omgeving (OKO)

3.3 

I

-246

Inzet incidentele middelen versterking dienstverlening (POK middelen)

4.2 

I

246

63

Capaciteit maatschappelijke opgaven sociaal domein

3. …

I

-1.499

-1.499

64

Jongerenparticipatie

3.3

I

-50

-50

Totaal programma 3: Vitaal en Sociaal

-13.266

-12.556

13.017

-11.164

65

Revitalisering Duinkerkenstraat en aanpak wijkposten

4.4

S

-300

-300

-300

-300

Inzet beschikbare middelen vastgoedbedrijf

4.4

S

300

300

300

300

66

Verzekeringen en belastingen vastgoed

3. …

S

-270

-270

-270

-270

67

Werkbudget en formatie werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten (WGA)

4.4

S

-340

-340

-340

-340

68

Datacoördinatoren voor algoritmen- en sensoren register en de datacatalogus

4.. 

I

-202

-202

Dekking budget dienstverlening organisatie innovatie bedrijfsvoering (DOIB)

 4..

I

202

202

69

Beheer 3D digital Twin Groningen

 4..

I

-291

Budget stadsontwikkeling en inverdieneffecten

4..

I

291

70

Vervanging SW personeel bij HR advies

4.4

I

-58

-58

71

Dienstverlening Burgerzaken locaties Burgerzaken

4.1

I

-392

-392

-392

-392

72

Prijsstijgingen ICT

4.4

I

-319

-319

Totaal programma 4. Dienstverlening en Bestuur

-1.379

-1.379

-1.002

-1.002

Totaal intensiveringen

-24.181

-16.695

-15.483

-14.514

1. Flexwonen
We hebben samen met corporaties locaties in beeld gebracht waar flexwoningen gerealiseerd kunnen worden. Hiermee kunnen op korte termijn extra woningen worden toegevoegd om de druk op de woningmarkt te verlichten. De realisatie van flexwoningen wordt door het Rijk gestimuleerd. Wij hebben in overleg met het Rijk gekeken welke mogelijkheden er zijn om tot realisatie van flexwoningen te komen.

We zijn met het Rijk en de woningbouwcorporaties in gesprek over een locatie in Vinkhuizen Zuid (de noordelijke strip van het sportpark). Het gaat om 150 woningen. De gemeentelijke bijdrage hiervoor is 4,5 miljoen euro. Hiervoor stellen we in 2024 incidenteel 4,5 miljoen duizend euro beschikbaar.

2. Operatie Ingebruikname Julianaplein
Volgens planning kan het nieuwe Julianaplein in 2024 in gebruik worden genomen. De aansluiting van het nieuwe Julianaplein op het bestaande wegennet en het afbreken van het tijdelijke Julianaplein gaat voor veel overlast zorgen. De werkzaamheden daarvoor duren 26 weken en staan gepland vanaf het voorjaar van 2024. Om de overlast zoveel mogelijk te beperken, willen we op ons eigen wegennet diverse flankerende maatregelen treffen. Daarnaast zetten we in op een groot maatregelenpakket op regionale schaal. De gemeentelijke kosten van de Operatie Ingebruikname Julianaplein voor gemeente Groningen schatten we op dit moment in op 500 duizend euro in 2024. We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

3. Plankosten Lelylijn
Rijk en regio hebben samen het plan van aanpak Lelylijn vastgesteld. De organisatiekosten hiervoor zijn begroot op 6 miljoen euro, waarbij de helft voor rekening komt van de regio. Het Rijk betaalt de andere helft. Van de gemeente Groningen wordt een bijdrage van 500 duizend euro verwacht, verdeeld over 2023 en 2024. De kosten voor 2024 (250 duizend euro) nemen we mee in de begroting 2024. De kosten kunnen worden gedekt met de beschikbare middelen in het stedelijk investeringsfonds (SIF).

4. Verkenning en realisatie station De Suikerzijde
Om de groei van de gemeente op te kunnen vangen is een schaalsprong nodig in het openbaar vervoer. Daarom hebben we met het Rijk afgesproken een nieuw station te realiseren binnen het projectgebied De Suikerzijde. Het Rijk heeft hiervoor in 2022 middelen toegekend. De volgende stap is dat we gezamenlijk met de Provincie Groningen een verkenning laten uitvoeren door ProRail naar mogelijke inpassingen van een nieuw station.
Voor de verkenning en de realisatie zijn aanvullende middelen nodig. De kosten voor de verkenning bedragen naar verwachting ongeveer 3 miljoen euro. Het Rijk betaalt de helft, de resterende 1,5 miljoen euro komt voor rekening van gemeente en provincie. In de begroting 2024 houden we rekening met de helft van de kosten die voor rekening van de regio komen (750 duizend euro in 2024). We moeten nog in overleg met de provincie over de verdeling van de kosten. De gemeentelijke kosten kunnen worden gedekt met de beschikbare middelen in het stedelijk investeringsfonds (SIF).
Voor de realisatie is naast de financiële bijdrage van het Rijk ook een regionale bijdrage nodig. De benodigde investering is begroot op 180 miljoen euro. Het rijk is bereid hiervan 90 miljoen euro te dekken. Voor een deel van deze investeringen staat de gemeente aan de lat. Hiermee is nog geen rekening gehouden.

5. Stadse monumenten Groninger Monumentenfonds (GMF)
De taak van het Groninger Monumenten Fonds (GMF) is om via herbestemming en onderhoud van onrendabele monumenten, invulling te geven aan de instandhouding van monumenten in de provincie Groningen. In de gemeente Groningen zijn Prinsenhof, Pomphuis en de Watertoren Noord daar voorbeelden van. In de praktijk zien we dat de exploitatie op provinciaal niveau lastig is. Het achterstallig onderhoud begint op te lopen. Het bestuur van het GMF heeft daarom geconcludeerd dat beëindiging van het GMF het enig haalbare scenario is. Uit onze zorg voor het behoud en de instandhouding van de monumenten in de gemeente, willen wij de monumenten in de gemeente Groningen overnemen. Het jaarlijkse exploitatietekort is geraamd op 550 duizend euro per jaar vanaf 2024. Voor het achterstallig onderhoud is eenmalig 500 duizend euro in 2024 nodig. In deze bedragen is nog geen rekening gehouden met verduurzaming. We stellen de benodigde structurele en incidentele middelen beschikbaar.

6. Kansendossier Gerrit Krolbrug (Programma’s Leefkwaliteit en Mobiliteit)
Samen met Rijkswaterstaat en omwonenden werken wij aan een voorlopig ontwerp voor een nieuwe Gerrit Krolbrug. We willen een aantal groene en recreatieve onderdelen toevoegen in de directe omgeving van de brug. De raad heeft hier ook enkele moties over opgenomen. Concreet gaat het om de volgende onderdelen:

  • Aanvullende trap naar de oever (verkorten looproutes en bereikbaarheid van de waterkant),
  • Onderdoorgang van de brug aan de Westindischekade (recreatieve wandel- en ecologische route langs het Van Starkenborghkanaal;
  • Doortrekken Hunzeloop onder de brug (als onderdeel van de Hunzevisie),
  • Voetgangers-/fietsverbinding in samenhang met het doortrekken van de Hunzeloop,
  • Vergroenen van de Ulgersmakade (van steen naar groene wandelroute), kosten gemeentelijk
  • Lokale wandelroutes en zitplekken.

We stellen hiervoor een structureel budget van 150 duizend euro vanaf 2026 voor beschikbaar.

7. Toekomstige herinrichting van straten (inzet meeropbrengst betaald parkeren)
De raad heef in 2021 besloten tot invoering van betaald parkeren in een groter gebied. Daarbij heeft de raad het voornemen uitgesproken eventuele meeropbrengsten van het betaald parkeren die voortvloeien uit dit voorstel in te zetten voor het vergroten van de kwaliteit van de leefomgeving in de wijken waar betaald parkeren is of wordt ingevoerd.
We stellen structureel 400 duizend euro vanaf 2024 beschikbaar voor toekomstige herinrichting van straten en initiatieven die de leefbaarheid van de wijk verhogen (uitwerking voornemen van de raad). Deze middelen zetten we in voor (onder andere) het creëren van een verkeersveilige inrichting, snelheidsbeperkende maatregelen en initiatieven die de leefbaarheid van de wijk verhogen (groen, spelen, ontmoeten).
Deze kosten dekken we uit de begroting van het parkeerbedrijf.

8. Exploitatie Fietsenstalling Grote Markt
In maart 2022 is de nieuwe fietsenstalling Grote Markt met 1.700 gratis plekken geopend. Aanvankelijk was het niet de bedoeling de fietsenstalling Nieuwe Markt én Grote Markt beiden 24/7 geopend te hebben. De vraag naar stallingsplekken tijdens de nachtelijke uren bleek groter dan oorspronkelijk gedacht. Daarom zijn beide stallingen nu 24/7 geopend. De extra structurele kosten van het 24/7 openstellen van de fietsenstalling Grote Markt zijn 250 duizend euro vanaf 2024. Deze kosten dekken we uit de begroting van het parkeerbedrijf.

9. Implementatie van de Omgevingswet
De Omgevingswet (Ow) treedt per 1 januari 2024 in werking. Ook na invoering zullen nog de nodige werkzaamheden verricht moeten worden. Het landelijke gedeelte van het digitaal stelsel omgevingswet (DSO) moet in de eerste maanden uitgebouwd worden. Voor de gemeente zullen nieuwe werkwijzen ingeslepen moeten worden en zal het nieuwe omgevingsplan opgebouwd moeten worden. We willen de projectwerkzaamheden in 2024 verder afbouwen. Het streven is om in 2023/2024 een onderzoek naar de (structurele) financiële effecten van de invoering van de Omgevingswet uit te voeren.
Hiervoor stellen we in 2024 incidenteel 800 duizend euro beschikbaar.

10. Investeringen VTH ten gevolge invoering omgevingswet
De nieuwe Omgevingswet en de nieuwe ICT omgeving leidt binnen de gemeente tot hoge aanloopkosten. Er is extra capaciteit nodig om de nieuwe werkwijze in te voeren en voor de ontwikkeling van een omgevingsvisie/ plan waarin alle regelgeving op het gebied van het ruimtelijk domein op elkaar wordt afgestemd. Het gaat onder andere om extra toezichthouders, vergunningverleners, kwaliteitsmedewerkers en juridische adviseurs. We ramen de kosten op 1 miljoen euro voor de jaren 2024, 2025 en 2026. Deze kosten kunnen worden toegerekend aan het tarief voor de omgevingsvergunning. Dit leidt tot een hogere opbrengst in de jaren 2024-2026 waarmee de hogere kosten kunnen worden gedekt.

11. Handhaving op het water
We zien al een aantal jaren de druk op het water toenemen. Op het openbaar vaarwater gaat het met name om toename van het (recreatief) vaarverkeer, geluidshinder door rondvaarttochten, te snel varen, gevaarlijke situaties, hinderlijk drankgebruik en nomaden op het water. Daarnaast wordt het vaargebied in de gemeente groter.
Om de havencapaciteit in 2024 en 2025 uit te breiden met 2 fte havenassistenten is 140 duizend euro nodig. Door de extra havenassistenten komt er meer capaciteit om handhaving op het water binnen het huidige werkgebied op peil te krijgen. De formatie-uitbreiding in 2024 en 2025 van 2 fte leidt tot een incidentele verhoging van de overhead van 16 duizend euro.
We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

12. Wettelijke taak informatie verzoeken/Woo verzoeken
De Wet open overheid (Woo) bepaalt welke informatie openbaar is en wanneer deze verstrekt moet worden. Hierdoor ontstaat een extra taak bij de vergunningverlening, toezicht en handhaving. De afgelopen jaren is sprake van een toename van de informatie / Woo verzoeken. Voor de uitvoering is 135 duizend euro per jaar extra nodig vanaf 2024. We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar in 2024 en 2025. De formatie-uitbreiding in 2024 en 2025 van 1,5 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 39 duizend euro

13. Beleidsvernieuwing externe veiligheid
Met de intrede van de Omgevingswet wordt het thema externe veiligheid gemoderniseerd. Dat betekent dat de Omgevingsdienst er taken bij krijgt op het gebied van de aanpak van het groepsrisico, een inventarisatie van risicovolle bedrijven/activiteiten en kwetsbare gebouwen, en het verwerken van informatie over externe veiligheid in een database. We stellen hiervoor 100 duizend euro structureel vanaf 2024 beschikbaar.

14. Bijdrage Veiligheidsregio - Brandweerkazerne stad
De Veiligheidsregio heeft in beeld gebracht wat de kosten zijn van de nieuwbouw van een brandweerkazerne voor de stad. In de begroting 2023 hielden we al rekening met 400 duizend euro structureel vanaf 2027. Daarbovenop zijn extra middelen nodig. Het gaat om 68 duizend euro in 2025 en ruim 400 duizend euro vanaf 2026. Op dit moment zijn de kosten voor de brandweerkazerne in de stad nog niet in de begroting van de Veiligheidsregio opgenomen. We verwachten dat we deze wel moeten gaan betalen. Daarom stellen we de benodigde middelen beschikbaar.

15. Vervangingsinvesteringen en groot onderhoud
Een aantal voorzieningen in de openbare ruimte is versleten en moet de komende jaren worden vervangen en/of er moet groot onderhoud worden gepleegd. Het gaat dan bijvoorbeeld om bruggen, openbare verlichtingskabels, speeltoestellen, verhardingen, bomen en oeverbeschoeiingen. Het reguliere onderhoudsbudget is niet toereikend voor dekking van de kapitaallasten die met deze investeringen zijn gemoeid. De benodigde middelen voor de komende 3 jaren (2024-2026) zijn al opgenomen in de begroting 2023. Elk jaar nemen we de benodigde middelen voor het vierde jaar mee in de begroting. Voor 2027 gaat het nu om 478 duizend euro structureel. We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar vanaf 2027.

16. Onderhoud openbare ruimte- kosten sociaal werkgeverschap
Medewerkers in de sociale werkvoorziening worden ingezet voor het onderhoud van de stad. Doordat instroom in de sociale werkvoorziening sinds 2015 niet meer mogelijk is, stijgen de kosten die gemoeid zijn met sociaal werkgeverschap. De afgelopen jaren zijn er circa 60 medewerkers uitgestroomd. De uitstroom zal de komende jaren doorgaan. De meerkosten hiervan voor het beheer en onderhoud zijn tot en met 2026 gedekt in de begroting. Vanaf 2027 gaat het om 390 duizend euro structureel.
Daarnaast stijgen de kosten voor iederz medewerkers meer dan de indexering van de onderhoudsbudgetten.  Het gaat om 176 duizend euro in 2024, 207 duizend euro in 2025, 234 duizend euro in 2026 en 251 duizend euro vanaf 2027.
In totaal nemen de kosten toe met 176 duizend euro in 2024 tot 641 duizend euro vanaf 2027. We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar.

17. Voedsel- en eiwittransitie, visie landelijk gebied, landbouwtransitie
De voedseltransitie is nauw verbonden met andere opgaven in het landelijk gebied. Naast voedseltransitie, gaat het om opgaven op het gebied van stikstof, klimaat (droogte en wateroverlast), waterkwaliteit, voedselzekerheid en biodiversiteit . Voor de structurele uitvoering van de activiteiten uit de voedselagenda zijn structurele middelen nodig. Omdat de hoogte van deze middelen nog niet duidelijk is, zetten we voor 2024 eerst in op een incidenteel werkbudget voor eiwit en landbouwtransitie en het opstellen van een visie op het landelijk gebied. De kosten hiervan zijn 250 duizend euro in 2024.
Daarnaast is een formatie-uitbreiding nodig. We verwachten hiervoor na 2024 middelen uit het nationaal programma landelijk gebied (NPLG) te kunnen inzetten. Om in 2024 de formatie met 2,2 fte te kunnen uitbreiden is 200 duizend euro nodig. De totale opgave komt hiermee op 450 duizend euro in 2024.De incidentele formatie-uitbreiding in 2024 van 2,2 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 57 duizend euro. We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

18. Tweede tranche volkshuisvestingsfonds
De focusgebieden uit de Regeling specifieke uitkering herstructurering volkshuisvesting” komen in aanmerking voor de tweede tranche van het Volkshuisvestingfonds. In Groningen zijn dit de noordelijke wijken. In de eerste ronde hebben we een succesvolle aanvraag gedaan voor verbeteren en verduurzamen van 845 (particuliere) woningen. In het focusgebied zijn in totaal 3.500 particuliere woningen. Een aanvraag voor de tweede tranche levert een bijdrage aan:

  1. de wijkvernieuwing
  2. uitleg warmtenet
  3. (alle) particuliere woningeigenaren in dit stadsdeel op dezelfde manier helpen

Om in aanmerking te komen voor de tweede tranche moet de gemeente cofinanciering beschikbaar hebben. Voor een totale investering in 1.200 woningen van circa 40 miljoen euro is een cofinanciering van de gemeente Groningen nodig van circa 12 miljoen euro over een periode van 10 jaar. De resterende investering komt voor rekening van Rijk en een eigen bijdrage van bewoners.
Voor dekking van de gemeentelijke cofinanciering denken we de PEGAS-middelen in te kunnen zetten die beschikbaar zullen komen voor de extra verduurzaming van alle woningen in Groningen. Hierover is op dit moment echter nog geen zekerheid te geven. Mogelijk zullen we investeringen in 2024 en 2025 moeten voorfinancieren (1,2 miljoen euro per jaar).
19. Extra toezicht en handhaving VTH
De taken rondom toezicht en handhaving nemen op meerdere gebieden toe. Deels komt dit door (nieuwe) wettelijke taken. Op het gebied van openbare orde en veiligheid kan een aantal taken niet gedekt worden uit legesinkomsten en beschikbare budgetten. Het gaat dan bijvoorbeeld om taken op het gebied van kraken, bijzondere woonvormen, arbeidsmigranten en de relatie naar ondermijning.
Ook is meer inzet nodig op het gebied van erfgoed door het aanwijzen van karakteristieke panden en monumenten en de extra complexiteit in relatie tot de omgevingswet en de versterkingsopgave.
Door in te zetten op een sterker toezicht en handhaving op de thema’s landschap, cultuurhistorie en ecologie  wordt recht gedaan aan de ambities zoals verwoord in de Omgevingsvisie, de nader op te stellen landschapsvisie en ander bestaand beleid (natuurinclusief bouwen, kapbeleid, cultuurhistorie/landschap).
Door inwerkingtreding van de wet kwaliteitsborging is het wenselijk dat er steekproefsgewijs (5%) toezicht wordt gehouden op de diverse kwaliteitsborgers in de uitvoering. De gemeente blijft uiteindelijk verantwoordelijk en moet de ingebruikname van een pand toestaan. Dit leidt tot een taakverzwaring, die niet binnen de bestaande capaciteit kan worden opgevangen.
We kiezen voor een tijdelijke formatie uitbreiding van 3,4 fte in 2024 en 2025. De totale kosten zijn 384 duizend euro in 2024 en 274 duizend euro in 2025. De formatie-uitbreiding van 3,4 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 88 duizend euro in 2024 en 2025. We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

20. Overlastcoördinator
Woonoverlast is een maatschappelijk probleem dat regie en aandacht nodig heeft. Voor de aanpak hebben we op dit moment tot halverwege 2024 1 overlastcoördinator in de Schildersbuurt en de Korrewegwijk. Deze coördinator voert regie op (complexe) overlast gevallen en zorgt voor een goede afstemming tussen betrokken organisaties. Om de overlastcoördinator te continueren en de inzet uit te breiden naar alle noordelijke wijken is een toename van de formatie naar 2 fte nodig. Dit leidt tot een incidentele opgave van 128 duizend euro in 2024 en 170 duizend euro in 2025.De incidentele formatie-uitbreiding in 2024 en 2025 van 2 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 52 duizend euro.
We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

21. Woontoezicht / pandenbrigade
De meerwaarde van het project “pandenbrigade” is voldoende gebleken en zijn we op de goede weg om een minder “handhavingsluwe” gemeente te worden. De tijdelijke financiering van de pandenbrigade loopt eind 2023 af en zal doorgezet moeten worden om deze wijze van toezicht en handhaving te kunnen continueren. In totaal gaat het om een formatie van 8 fte. De kosten hiervan zijn 682 duizend euro in 2024 en 2025. De incidentele formatie van 8 fte leidt tot een overhead van 118 euro duizend.
We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

22. Betaald voetbal
De problematiek rondom betaald voetbal is de afgelopen jaren toegenomen. Dit legt een steeds groter beslag op de capaciteit van de politie. Om grip te krijgen op de problematiek is het nodig tijdelijk te investeren in een intensievere persoonsgerichte aanpak om meer zicht te krijgen op de relatief grote doelgroep harde kernsupporters. Nu investeren biedt ook de kans om de jonge groep nog te beïnvloeden.
We denken dat een tijdelijke investering 1 fte voor twee jaar nodig is. Dit leidt tot een opgave van 95 duizend euro in 2024 en 2025. We verwachten dat de situatie vanaf 2026 voldoende genormaliseerd is om binnen de staande organisatie op te kunnen pakken. De incidentele formatie-uitbreiding in 2024 en 2025 van 1 fte leidt tot een structurele verhoging van de overhead van 26 duizend euro.
We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar.

23. Bijzondere Bijstand
Als gevolg van de daling van het aantal inwoners met een bijstandsuitkering, neemt de komende jaren de vergoeding vanuit het gemeentefonds voor bijzondere bijstand af. Tegelijkertijd zien we de uitgaven aan bijzondere bijstand niet afnemen. De grootste posten hierin zijn de kredietverlening aan statushouders, de kosten van de maaltijdvoorziening en de kosten van bewindvoering. Daarnaast verwachten we dat de kosten voor beschermingsbewind gaan stijgen omdat we in gevallen waar al een externe bewindvoerder is benoemd, we bijzondere bijstand moeten verlenen. Alleen in nieuwe gevallen, als belanghebbende de mogelijkheid heeft gehad gebruik te maken van kosteloos beschermingsbewind, kan geen beroep worden gedaan op bijzondere bijstand voor beschermingsbewind. Terwijl de kosten stijgen, is in de meicirculaire het beschikbare budget voor de bijzondere bijstand verlaagd met circa 0,4 miljoen euro per jaar.
Dit leidt tot een oplopend tekort van 1,1 miljoen euro vanaf 2025. Een deel van het tekort (0,3 miljoen euro structureel) kunnen we opvangen met middelen die beschikbaar zijn binnen Toekomst met perspectief. Daarmee resteert er een tekort van 570 duizend euro in 2024 en circa 0,8 miljoen euro vanaf 2025. We stellen extra structurele middelen beschikbaar om het tekort op te lossen.

24. Wet Kinderopvang
We zien de afgelopen jaren een stijging van de uitgaven van de Wet Kinderopvang. Er zijn langere wachtlijsten in de GGZ, die samenhangen met de coronacrisis. We verwachten dat deze wachtlijsten de komende tijd afnemen. Daarnaast hebben mensen met een ernstige psychiatrische aandoening een langer behandeltraject nodig. De dienstverlening aan de groep kwetsbare gezinnen is in de afgelopen geïntensiveerd (vooral binnen het project stapeling sociaal domein). De vergoeding voor kinderopvang is in dat licht een investering in het kader van het bieden van passende dienstverlening. In de begroting 2023 is het budget voor uitvoering van de wet kinderopvang al met 206 duizend euro structureel verhoogd. Op basis van de uitgavenontwikkeling in de afgelopen jaren verwachten we een verdere toename in 2023 waardoor er vanaf 2024 een tekort ontstaat van 273 duizend euro structureel. Hoe dit tekort zich verder gaat ontwikkelen valt nog niet in te schatten. We stellen extra structurele middelen beschikbaar om het tekort op te lossen.

25. Individuele Studietoeslag
Studenten die door een medische beperking niet kunnen bijverdienen naast hun studie kunnen studietoeslag aanvragen. Per 1 april 2022 keren we de individuele studietoeslag uit op basis van een minimumbedrag per leeftijdscategorie. Het aantal Groninger studenten dat een beroep doet op de individuele studietoeslag is het afgelopen jaar gestegen van 178 studenten begin 2022 naar 317 studenten per 1 mei 2023. Dit is een stijging van 78 %. We denken dat dit samenhangt met de publiciteit rond de energietoeslag waardoor de gemeente bij studenten in beeld is gekomen als uitvoerder van de studietoeslag.
Daarnaast zijn de kosten voor de studietoeslag verhoogd omdat de normbedragen voor de studietoeslag door het Rijk zijn gekoppeld aan het wettelijk minimumloon en dus met het wettelijk minimumloon omhoog gaan.
We verwachten vanaf 2024 een structureel tekort van 700 duizend euro. Bij de berekening van dit tekort gaan we ervanuit dat de toename van het aantal verstrekkingen stabiliseert. We stellen extra structurele middelen beschikbaar om het tekort op te lossen.
In de jaren 2024-2027 kunnen we het grootste deel van de kosten dekken uit de resterende middelen die Groningen van het Rijk heeft ontvangen voor het verstrekken van bijzondere bijstand aan studenten. Hiervan resteert nog 2,7 miljoen euro. De middelen komen hiermee ten goede aan studenten.

26. Aanvullen intensiveringsmiddelen armoede en schuldhulpverlening
In het regeerakkoord was met de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden structureel 500 miljoen euro gereserveerd voor investeringen in de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden. Op basis van een toelichting door het Rijk hebben we in de begroting 2023 gerekend met een structurele aandeel voor Groningen van 2,24 miljoen euro. Deze dekking staat tegenover de structurele intensiveringen op het gebied van schuldhulpverlening inclusief vroegsignalering, de individuele inkomenstoeslag en de aanpak van armoede. Inmiddels is duidelijk geworden dat de Rijksmiddelen niet allemaal kunnen worden ingezet voor de structurele intensiveringen. Op onderdelen geldt een specifieke bestemming en een deel van de middelen is überhaupt niet meer voor het oorspronkelijke doel beschikbaar. Een deel van deze middelen gaat nog wel naar gemeenten. We verwachten 1,3 miljoen euro te kunnen verrekenen met de in de begroting 2023 opgenomen middelen omdat de onze structurele intensiveringen aansluiten bij de kabinetsdoelen die met deze middelen worden beoogd. Dat betekent we ruim 900 duizend euro niet kunnen inzetten zoals we hadden bedacht.
We stellen voor de jaren 2024-2026 900 duizend euro beschikbaar om de intensiveringsmiddelen voor armoede en schuldhulpverlening aan te vullen. Op termijn kijken we hoe we hier structureel invulling aan kunnen geven.

27. Eenmalige korting dierenartskosten
Bij de begroting 2023 heeft de raad een motie aangenomen waarin wordt verzocht om een regeling waarbij  inwoners met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum eenmalig een vergoeding kunnen krijgen voor dierenartskosten en hiervoor 50 duizend euro beschikbaar te stellen. We willen deze motie uitvoeren door mensen met een inkomen tot 120% eenmalig een korting van 20 euro te geven via de Stadjerspas. In de zomer van 2023 worden afspraken met dierenartsen gemaakt om de verstrekking van de korting op vertoon van de Stadjerspas mogelijk te maken. Vanuit enkele dierenartspraktijken is aangegeven dat zij bereid zijn een aanvullende korting te geven. We verwachten in 2023 15 duizend euro nodig te hebben. Dit wordt, zoals opgenomen in de motie, gedekt uit de algemene reserve. Voor het benodigde budget in 2024 stellen we 35 duizend euro beschikbaar.

28. Huisvestingskosten gebiedsteams
Voor de ondersteuning naar werk en participatie hebben we in 2022 de beweging naar de gebieden gemaakt en zijn er 5 gebiedsteams gevormd. Op deze manier zetten we weer een stap richting een meer integrale wijkaanpak. De extra huisvestingskosten voor de 5 gebiedsteams in de wijken ramen we op 251 duizend euro structureel vanaf 2024. We kunnen deze kosten in 2024 dekken binnen het deelprogramma werk en activering. We onderzoeken of we deze kosten vanaf 2025 uit huisvestingsbudgetten kunnen dekken.

29. Actualisatie meerjarenbegroting programma werk & participatie
Een deel van de Rijksmiddelen in de envelop arbeidsmarkt, armoede en schulden was gereserveerd voor investeringen in re-integratie. Wij gingen ervan uit dat we van deze middelen 2,1 miljoen euro konden inzetten voor de uitbreiding van de basisbanen.  De re-integratiemiddelen die binnen de envelop waren gereserveerd, worden door het Rijk voor 2/3 deel ingezet om het effect van de herziening Participatiewet op de bijstandsuitgaven op te vangen. Daarom moet voor de uitbreiding van de basisbanen een andere dekking worden gevonden.
We hebben de meerjarenbegroting van het werk & participatie geactualiseerd. Daarbij gaan we ervan uit dat de middelen in de envelop van 2,1 miljoen euro structureel vanaf 2024 niet meer beschikbaar zijn. Daarnaast houden we rekening met een hogere begeleidingsvergoeding voor nieuw beschut, zoals opgenomen in de meicirculaire 2023. In het meerjarenbeeld zit nog wel een risico dat het budget dat we ontvangen voor loonkostensubsidie achterblijft bij de werkelijke uitgaven. Dit risico nemen we op in het weerstandsvermogen.
De effecten van de actualisatie van de meerjarenbegroting nemen we mee in de begroting 2024. Dit betekent dat we in 2024 en 2025 middelen beschikbaar stellen om het tekort aan te vullen. In 2026 en 2027 is er sprake van een voordeel. Het effect na 2027 betrekken we bij de begroting 2025.

30. Uitvoeringskosten Hersteloperatie gedupeerden kindertoeslagenaffaire
De gemeente Groningen heeft een vergoeding ontvangen voor uitvoeringskosten inzake de hersteloperatie gedupeerden kindertoeslagenaffaire. Dit zijn eenmalige vergoedingen voor de kosten die de gemeente nog zal gaan maken voor de uitvoering van de regeling. De restantmiddelen zijn bij de jaarrekening 2022 vrijgevallen. We verwachten echter in 2024 nog 85 duizend euro nodig te hebben voor de dekking van de uitvoeringskosten. We kunnen deze kosten dekken uit de middelen voor versterken dienstverlening.

31. Opgaven iederz
Bij iederz is sprake van een opgave bij de vervanging van sleutelfunctionarissen en een opgave door een veranderende doelgroep / basis op orde. In het beschutte bedrijf worden momenteel circa 35 sleutelfuncties ingevuld door SW-medewerkers. Omdat de oude SW wordt afgebouwd en de nieuwe instroom minder potentieel bevat, moeten we deze functies op een andere manier invullen. In de periode 2024 – 2027 betreft dit 16 medewerkers. In 2024 kunnen de kosten worden opgangen binnen de beschikbare middelen, hier blijft nog 64 duizend euro over. In 2025 zijn de extra kosten 210 duizend euro en vanaf 2026 420 duizend euro structureel.
Daarnaast moeten we ten aanzien van de doelgroep ‘nieuw beschut’ een jaarlijks oplopende taakstelling realiseren. De nieuwe doelgroep vraagt om intensievere begeleiding. Tegelijkertijd is deze nieuwe groep meer gebaat bij werksoorten die autonomie, ontwikkelingsperspectief en uitdaging bieden en minder passen bij grootschalige productiewerkzaamheden. Dit vraagt van iederz als organisatie aanpassingen om de wettelijke taak goed te kunnen blijven uitvoeren. De structurele kosten zijn 356 duizend euro in 2024 en 458 duizend euro structureel vanaf 2025 (inclusief overhead).
Daarnaast konden in de afgelopen jaren diverse noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd worden door tijdelijke personele invulling. Deze dienen nu geformaliseerd te worden. Ook zijn in het kader van verdere professionalisering en centralisering enkele nieuwe functies noodzakelijk om de basis op orde te brengen. In 2024 zijn de totale kosten 683 duizend euro en vanaf 2025 681 duizend euro structureel (inclusief overhead).
De totale kosten voor bovenstaande opgaven zijn 975 duizend euro in 2024, 1,35 miljoen euro in 2025 en 1,56 miljoen euro vanaf 2026. Door de aanvullende middelen uit de meicirculaire 2023 kunnen alle kosten worden opgevangen binnen de beschikbare middelen voor de sociale werkvoorziening.

32. Landelijke vreemdelingen voorziening (LVV)
De Landelijke Vreemdelingen Voorziening is een pilot van het Rijk, waarbij in samenwerking met de betrokken partijen wordt gewerkt aan een landelijk dekkend netwerk en een nieuw financieringsarrangement voor de LVV. De nieuwe afspraken zouden per 1-1-2024 in moeten gaan. Het kabinet heeft begin mei in een brief aangegeven dat het nog steeds voornemens is de LVV uit te breiden naar een landelijk dekkend netwerk. De verwachte kosten voor de LVV zijn 4,9 miljoen euro per jaar. We gaan er vanuit dat we van het Rijk voldoende middelen ontvangen om deze taak uit te kunnen voeren.

33. Meldpunt Zorg & Overlast
Het aantal meldingen bij het Meldpunt Zorg & Overlast groeit al jarenlang en de complexiteit van de meldingen neemt toe. Daarnaast is er sprake van een hogere werkdruk omdat er werkzaamheden zijn bijgekomen vanwege onder andere de ‘winterregeling’ voor daklozen, vroegsignalering Verwarde Personen en overlast door kamerverhuur. Tot slot is bij de gemeentelijke herindeling, het werkgebied en daarmee het aantal te bedienen inwoners uitgebreid. Voor de extra werkzaamheden is een uitbreiding van de formatie met 1,5 fte nodig. De kosten hiervan zijn 126 duizend euro per jaar vanaf 2024. De structurele formatie-uitbreiding van 1,5 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 39 duizend euro per jaar vanaf 2024. We stellen de benodigde middelen beschikbaar.

34. Zorgkosten jeugdhulp
De prognose van de zorgkosten jeugdhulp is geactualiseerd. Hierbij is (net als vorig jaar) rekening gehouden met de extra rijksmiddelen als gevolg van de uitspraak van de commissie van wijzen, een indexering van de zorgkosten over 2021-2023 en een structurele doorwerking van hogere kosten in 2022.
In de prognose gaan we ervan uit dat lopende taakstellingen worden gerealiseerd. Dit betreft onder andere een taakstelling op de stapelingsaanpak (nog te realiseren 0,7 miljoen euro) en acceleratiemodel WIJ (nog te realiseren 0,9 miljoen euro). In de hervormingsagenda van het Rijk zijn ook besparingen opgenomen die door gemeenten moeten worden gerealiseerd. In de raming van de zorgkosten gaan we ervan uit dat de besparingen vanaf 2023 (in totaal 9,8 miljoen euro) worden gerealiseerd.
Op basis van de definitieve jaarrekeningcijfers 2022, de Voorgangsrapportage 2023-I, de meicirculaire 2023 en actualisatie van prijsindexatie verwachten we dat de zorgkosten jeugdhulp 2024-2027 een stuk hoger uitvallen. Het verwachte tekort in 2024 is 7,8 miljoen euro. In de jaren daarna neemt het verwachte tekort verder toe tot 10,5 miljoen in 2027. De kosten jeugdhulp zijn in de loop van 2022 sterk gestegen. Het aantal cliënten in de dagbesteding/dagbehandeling stijgt. Ook zien we bij de ambulante zorg de gemiddelde kosten per cliënt stijgen, omdat er meer uren per kind ingezet wordt. We gaan er in de meerjarenprognose vanuit dat dat de genoemde tendens doorwerkt. We zien dat de problematiek zwaarder wordt onder andere als gevolg van corona. Hierdoor nemen de verwachte kosten toe en wordt de prognose onzekerder.
We stellen de benodigde middelen structurele beschikbaar om de hogere zorgkosten te dekken..

35. Zorgkosten WMO
We hebben de prognose van de zorgkosten bij de WMO geactualiseerd, waarbij we rekening houden met de doorwerking van de effecten uit de jaarrekening 2022. Om landelijk te besparen wil het kabinet per 2026 een inkomensafhankelijke bijdrage invoeren voor de hele Wmo. Hoe de regeling eruit gaat zien is niet bekend. Bij het bepalen van het financiële effect gaan we er vooralsnog vanuit dat de inkomsten als gevolg van de invoering van de eigen bijdrage en lagere zorgkosten door minder aanzuigende werking vanaf 2026 in evenwicht zijn met de korting door het Rijk.
In 2024 en 2025 is sprake van een voordeel ten opzichte van de begroting deels doordat de zorgkosten iets lager uitvallen en deels door extra rijksmiddelen in 2025. Dit leidt tot een voordeel van 2,4 miljoen euro in 2024 en 3,2 miljoen euro in 2025. Vanaf 2027 houden we rekening met een structureel nadeel van 923 duizend euro als gevolg van volumestijgingen.
In de begroting 2024 nemen we het actuele beeld van de zorgkosten WMO mee.

36. Stijging huisvestingslasten GGD en WIJ
De gemeente betaalt de huisvesting van WIJ en GGD. Voor zowel 2023 als 2024 is sprake van een forse stijging van de huisvestingslasten. Dit leidt tot een structureel hogere kosten van 300 duizend euro vanaf 2024.
We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar.

37. Shelfish productions
De stichting SHELFISH Productions heeft in 2021 bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van de subsidieaanvraag voor de tweejarige regeling bewezen talent van 2021. Na een bezwaarprocedure is in 2022 besloten de aanvraag alsnog te honoreren. Voor de jaren 2023 en 2024 dient er daardoor een subsidie van 40 duizend euro beschikbaar te worden gesteld. We stellen de benodigde middelen voor 2024 van 40 duizend euro beschikbaar.

38. Leerlingenvervoer
Door groei van het aantal kinderen die voor passend onderwijs afhankelijk zijn van het Leerlingenvervoer en het aantal gereden kilometers nemen de uitgaven toe.
Als gevolg van de hoge brandstofprijzen, de inflatie en een nieuwe CAO voor het zorgvervoer, stijgen de tarieven harder dan normaal. Omdat leerlingenvervoer een open einde regeling is, kan de toegang tot vervoer niet ontzegd worden. Op basis van de doorrekening van de nu bekende gegevens is 917 duizend euro extra benodigd in 2024, oplopend naar 1,6 miljoen euro in 2027.
We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar.

39. Definitieve oplossing naschoolse opvang voor kinderen met een beperking
Naschoolse opvang voor kinderen met een beperking in het speciaal onderwijs is niet wettelijk geregeld. Er is wel behoefte aan opvang omdat het ouders in de gelegenheid stelt om betaalde arbeid te verrichten en voor kinderen de mogelijkheid biedt zich te ontwikkelen en met andere kinderen samen te spelen.
Om voor het schooljaar 2023-2024 een oplossing te kunnen bieden, voeren we voor de periode september 2023- september 2024 een pilot uit. De kosten voor de gemeente Groningen zijn 200 duizend euro. Deze kosten dekken we voor de helft uit jeugdmiddelen en de andere heft uit onderwijsmiddelen. Het vervolg is afhankelijk van de uitkomst van de pilot.

40. Schakelvoorziening onderwijs- jeugdhulp (Koepeltje Bedum)
Het is niet langer mogelijk de schakelvoorziening onderwijs – jeugdhulp (koepeltje Bedum) te dekken vanuit onderwijsmiddelen. Om de voorziening in stand te kunnen houden is een aanvullend budget nodig van 66 duizend euro per jaar.
We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar in 2024 en 2025.

41. Aanvullende inzet JGZ verzuim

In het thuiszitterspact 2.0  is het voorkomen van schoolverzuim een belangrijk speerpunt. De taak op het gebied van schoolverzuim wordt uitgevoerd door de GGD. Deze taak is geen onderdeel van het basistakenpakket van de GGD. De GGD heeft aangeven onvoldoende middelen te hebben voor uitvoering van deze taak. We werken een aantal scenario’s uit. Duidelijk is dat de er meer middelen nodig zijn. Op basis van een eerste inschatting zijn de benodigde kosten 150 duizend euro per jaar. Voor 2024 en 2025 kunnen we de kosten dekken uit de Rijksmiddelen voor preventie met gezag. Daarna moeten we opnieuw bezien hoe we hiermee omgaan.

42. Inzet WIJ speciaal basisonderwijs
Sinds januari 2022 wordt de WIJ ingezet op de scholen voor het speciaal basis onderwijs (SBO). De inzet is gericht op het beter verbinden en aan laten sluiten van de jeugdhulp en de ondersteuning op school, zowel aan leerling als ouders. Dit heeft als doel om een positieve ontwikkeling van leerlingen te stimuleren, voortijdig schoolverlaten en thuiszitten te voorkomen, het onderwijs van de leerlingen te verbeteren en de vraag naar specialistische jeugdhulp terug te dringen. De inzet maak integraal onderdeel uit van het Thuiszitterspact 2.0 in de gemeente Groningen. De huidige inzet wordt bekostigd uit tijdelijke middelen vanuit het Nationaal Programma onderwijs. Deze lopen op 1 juli 2023 af. De kosten zijn 100 duizend euro per jaar. We brengen deze kosten vanaf 2024 onder de basisjeugdhulp bij WIJ Groningen.

43. Kostenstijging investeringen scholen
In het actuele integrale huisvestingsplan onderwijs (IHP) zijn de maatregelen (nieuwbouw, upgrading, renovatie) voor de periode 2020 tot en met 2023 (eerste tranche) concreet en verbindend. Met de schoolbesturen is afgesproken dat het IHP eind 2023 wordt herijkt en ter vaststelling wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
De tweede tranche van het IHP gaat over de periode 2024 tot 2028. Voor de uitvoering van de tweede tranche zijn in de begroting 2023 middelen beschikbaar gesteld (oplopend naar 2,76 miljoen euro structureel vanaf 2028).
Als gevolg van de wereldwijde effecten van Corona, de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis zijn de bouwkosten hard gestegen. De langjarig gehanteerde indexering van 2,5% per jaar volstaat niet meer. We achten het reëel om ten opzichte van de gehanteerde kengetallen een eenmalige kostensprong te hanteren van 15%. Hierbij gaan we uit van een verhoging van 10% om de extra bouwkostenstijging uit de afgelopen periode op te vangen en nemen we een opslag aan van 5% als gevolg van eisen op het gebied van onder andere erfgoed, circulair bouwen en natuurinclusief bouwen. Afgezet tegen het investeringsniveau van 250 miljoen euro tot en met 2028, leidt de kostenstijging tot hogere investeringskosten van circa 40 miljoen euro. De structurele kapitaallasten hiervan zijn 1,9 miljoen euro. We verwachten de hogere kosten tot en met 2027 op te kunnen vangen binnen de beschikbare middelen. Vanaf 2028 is aanvullend 1,9 miljoen euro nodig ter dekking van de kapitaallasten. We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar vanaf 2028.

44. Kostenstijging bewegingsonderwijs

Voor de bewegingsonderwijs accommodaties zijn middelen opgenomen in de begroting 2023, waarbij is aangesloten bij de fasering van het integraal huisvestingsplan onderwijs (IHP). Ook zijn in de begroting 2023 middelen opgenomen voor areaaluitbreiding (sporthal en 2x gymzaal). Het investeringsniveau tot 2028 bedraagt circa 50 miljoen euro.
Net als bij de scholen is het reëel rekening te houden met een eenmalige kostensprong van 15%. Dit leidt tot een verhoging van de investering van circa 8 miljoen euro. De structurele kapitaallasten hiervan zijn 350 duizend euro. We verwachten de hogere kosten tot en met 2027 op te kunnen vangen binnen de beschikbare middelen. Vanaf 2028 is aanvullend 350 duizend euro nodig ter dekking van de kapitaallasten. We stellen de benodigde middelen structureel beschikbaar vanaf 2028.

45. Actualisering “Vervangen oude SBR-kunstgrasvelden + saneren en opruimen SBR korrels”
Bij vervanging van kunstgras kiezen we, vanuit milieuoverweging, voor non-infill kunstgrasvelden. De oude SBR velden worden gesaneerd als ze vervangen moeten worden. De (gefaseerde) vervanging leidt tot meerkosten. De onder- en bovenlaag van de oude SBR velden moet opgeruimd worden. Deels is daar al dekking voor opgenomen in de begroting. De meerkosten zijn 143 duizend euro in 2026 en 31 duizend euro in 2027.
Daarnaast zijn non-infill kunstgrasvelden duurder. Dit leidt tot structureel hogere kapitaallasten. Het gaat om 62 duizend euro structureel vanaf 2027. We stellen de benodigde incidentele en structurele middelen beschikbaar.

46. Particuliere zwembaden Ten Boer (incl. sporthal), Hoogkerk en Haren
De gemeente Groningen heeft een subsidierelatie met drie particuliere zwembaden. Het gaat om het Scharlakenhof in Haren, Zwembad Hoogkerk en Zwembad de Blinkerd/Tiggelhal in Ten Boer. We laten een onderzoek uitvoeren naar de rol van de gemeente bij de financiering, het onderhoud en/of de exploitatie van de particuliere zwembaden. Onderdeel hiervan is het opstellen van een meerjaren onderhoudsplanning en het uitvoeren van een nadere analyse naar de benodigde capaciteit van zwembaden.
Om tot een goed ontwikkelperspectief te komen, is nader onderzoek en projectbegeleiding nodig. We stellen hiervoor 250 duizend euro beschikbaar in 2024.

47. Plankosten toekomst Kardinge
Voor de ontwikkeling van een vitaliteitscampus op Kardinge (inclusief een sportcentrum) is een inschatting gemaakt van de ontwikkel- en plankosten. Het gaat om zaken als gebiedsontwikkeling, herinrichting openbare ruimte, herinrichting infrastructuur en mobiliteit en nieuwbouw sportcentrum, onderwijsprogramma en wijkpost. De realisatie en daarmee de start van de exploitatie van het nieuwe sportcentrum en gebouwde parkeervoorziening is voorzien vanaf 2029. We ramen de planontwikkelingskosten in 2024-2026 op 2,5 miljoen euro. We stellen hiervoor 1 miljoen euro beschikbaar in 2024 en 2025 en 500 duizend euro in 2026.

48. Atletiek baan
De kwaliteit van de atletiekbaan is onvoldoende. Als deze niet wordt gerepareerd, wordt de baan afgekeurd en kan deze niet meer worden gebruikt voor trainingen en wedstrijden. In 2024 zal de toplaag en de belijning moeten worden aangepakt. In de daarop volgende jaren zullen lokale reparaties van de toplaag noodzakelijk zijn. We ramen de kosten op 80 duizend euro in 2024 en 50 duizend euro in 2025 en 2026. Deze kosten kunnen worden opgevangen binnen de beschikbare middelen voor sport.

49. Doorbelasting exploitatiekosten Vensterscholen met Sportaccommodatie
In een aantal vensterscholen zit een gymzaal of sporthal. De exploitatiekosten die in deze gebouwen worden gemaakt worden onvoldoende doorbelast aan de gymzalen en sporthalen. Daarmee kunnen de kosten van het vastgoed niet meer worden gedekt. Dit leidt tot hogere kosten van 70 duizend euro structureel vanaf 2024.
Deze kosten kunnen worden opgevangen binnen de beschikbare middelen voor sport.

50. Wijkcentrum bij van Houten 2 e fase

De gemeente Groningen is het nieuwe wijkcentrum ‘bij Van Houten’ aan het ontwikkelen in de Oosterparkwijk. Met een toegankelijke en inclusieve buurtaccommodatie investeren we in de sociale- en fysieke infrastructuur van de Oosterparkwijk waarmee we de sociale basis versterken. Voor de dekking van de exploitatie van de Van Houtenschool zijn additionele middelen nodig. Het gaat om 85 duizend euro per jaar vanaf 2024 .
In 2024-2026 kunnen we 45 duizend euro per jaar dekken uit beschikbare middelen binnen voor vastgoed (programma welzijn). Voor deze jaren stellen we 40 duizend euro per jaar beschikbaar om het tekort op te vangen. Vanaf 2027 kunnen we de volledige 85 duizend euro opvangen binnen de middelen voor vastgoed (programma welzijn).

51. Accommodatiebeleid: Toevoegen accommodaties en beheer Ten Boer Haren
Er is een aantal accommodaties die al langere tijd vragen in het accommodatiebeleid te worden opgenomen. Het gaat om de Stroming (76 duizend euro), Dorpshuis Ten Boer (20 duizend euro) en BSV De Kreukelhof (24 duizend euro). In totaal gaat het om 120 duizend euro vanaf 2024. Dit kan niet binnen bestaande middelen van het accommodatiebeleid worden opgevangen.
Daarnaast hebben de accommodaties in Haren en Ten Boer aangegeven dat ze behoefte hebben aan uitbreiding van de zakelijke leiding / beheer. In totaal gaat het om 80 duizend euro per jaar vanaf 2024.
In totaal gaat het om 200 duizend euro per jaar.
We willen een deel van de kosten (124 duizend euro) vanaf 2026 onderbrengen in de beschikbare middelen voor pegas en/of versterken en vernieuwen. De resterende kosten van 76 duizend euro vanaf 2026 vangen we op binnen het accommodatiebeleid. In 2024 en 2025 vangen we de kosten zoveel mogelijk op binnen beschikbare middelen voor het accommodatiebeleid, gebiedsteams en sociale basis. Daarnaast stellen we in 2025 76 duizend euro incidenteel beschikbaar.

52. Gesubsidieerde instellingen -stijging kosten van huisvesting en loon
Voor gesubsidieerde instellingen is jaarlijks compensatie beschikbaar voor (een deel van) de loon- en  prijsstijgingen. Op basis van de huidige systematiek is voor instellingen voor 2024 compensatie beschikbaar die is gebaseerd op definitieve cijfers over 2022. Met deze systematiek voorkomen we dat de compensatie aan instellingen op een later moment moet worden aangepast omdat loon- en prijsontwikkelingen over het betreffende jaar nog wijzigen. Voor 2024 betekent het echter dat de compensatie aan instellingen veel lager is dan de verwachte loon- en prijsontwikkelingen in 2024. Daarnaast verwachten we dat instellingen te maken hebben met hogere prijsstijgingen dan waarvoor ze uiteindelijk worden gecompenseerd.
Op basis van de verwachte loon- en prijsontwikkelingen in 2023 en 2024 wordt ingeschat dat instellingen 3,9 miljoen euro vanaf 2024 minder ontvangen dan nodig is om de effecten van loon- en prijsontwikkelingen op te kunnen vangen. Daarnaast geeft de Stichting WIJ aan een knelpunt van 4,3 miljoen euro te verwachten door een stijging van lonen als gevolg van een nog vast te stellen CAO.
We willen het knelpunten bij gesubsidieerde instellingen dempen door voor 2024 door een incidentele aanvulling beschikbaar te stellen. We hanteren daarbij het uitgangspunt dat gesubsidieerde instellingen dezelfde indexering ontvangen als de gemeentelijke budgetten. Hiervoor stellen we in 2024 4,3 miljoen euro beschikbaar. Deze middelen brengen we ten laste van de reserve accres instellingen. Hierin zit voldoende ruimte.
Daarnaast gaan  we de systematiek van indexering van gesubsidieerde instellingen herijken. Op basis daarvan kunnen we bepalen wat de resterende ruimte is in de reserve accres instellingen en hoe we hiermee om kunnen gaan.

Ons voorstel betekent wel dat instellingen niet alle kostenstijgingen gecompenseerd krijgen. Instellingen ontvangen hiermee over 2023 en 2024 samen een indexering van 11,7%. Dit is niet genoeg om alle kostenstijgingen op te vangen. We schatten in dat de werkelijke kostenstijging bij instellingen over 2023/2023 circa 15% zijn. De hogere loon- en prijsstijgingen moeten binnen de begroting van de instellingen worden opgevangen.

53. Fair Practice Code
De fair practice code is gericht op een duurzame en eerlijke arbeidsmarkt in de culturele en creatieve sector om als sector aantrekkelijk te blijven voor verschillende beroepsgroepen. Toepassing van de fair practice code cultuursector leidt bij een gelijkblijvende omvang van gesubsidieerde activiteiten tot meerkosten. In de begroting 2023 is voor 2023 en 2024 350 duizend euro beschikbaar gesteld. Daarbij hebben we afgesproken de financiële consequenties vanaf 2025 op te vangen binnen de beschikbare middelen van cultuur.
Als gevolg van de stijging van de personeelskosten (inhuur en in loondienst) voor instellingen zullen de kosten door toepassing van de fair practice code naar verwachting stijgen. Daarmee wordt het moeilijker om de effecten vanaf 2025 binnen de cultuursector op te vangen. Op basis van de omvang van de gemeentelijke subsidies stijgen de structurele meerkosten met 49 duizend euro vanaf 2024.
Overeenkomstig de afgesproken lijn in de begroting 2023 stellen we voor 2024 49 duizend euro beschikbaar om de hogere kosten in 2024 op te kunnen vangen. Vanaf 2025 dienen de meerkosten te worden opgevangen binnen de binnen de beschikbare cultuurmiddelen.

54. Kunstpunt – knelpunten verzelfstandiging
Het Centrum Beeldende Kunst Groningen is eind 2018 verzelfstandigd. Op financieel gebied is sprake van lagere inkomsten dan verwacht bij verzelfstandiging. Daarnaast zijn vanaf 2025 extra middelen nodig voor de organisatiekosten bij de uitvoering van kunst op straat. Het is niet mogelijk deze kosten te dekken met externe fondsen.
De totale opgave komt op 100 duizend euro in 2025 en 110 duizend euro vanaf 2026. We vangen deze hogere kosten op binnen de beschikbare cultuurmiddelen.

55. Huis van Ten Post
We hebben in 2021 het besluit genomen om het Huis van Ten Post te realiseren op de sportvelden achter het huidige dorpshuis in Ten Post. Het nieuwe pand zal naar verwachting in 2025 worden opgeleverd. Doordat de investering in het gebouw en de buitenruimte hoger is dan eerder aangenomen (als gevolg van de stijgende bouwkosten) heeft dit gevolgen voor de huisvestingskosten. We ramen de extra kosten op 57 duizend euro structureel vanaf 2025. We stellen voor 2025 57 duizend euro beschikbaar. Vanaf 2026 willen we hogere kosten onderbrengen in de beschikbare middelen voor pegas en/of versterken en vernieuwen.

56. Compensatie stijging lonen en prijzen Martiniplaza
De aanhoudende prijsstijgingen raken ook MartiniPlaza. Zo moet Martiniplaza door de stijgende bouwkosten de geplande (tussentijdse) opwaardering aan het gebouw afschalen. Ook wordt de exploitatie geraakt door de stijgende energielasten. Deze stijgen in 2023 naar verwachting met 750 duizend euro en in 2024 met 500 duizend euro. Een deel van de hogere kosten kan Martiniplaza opvangen binnen de eigen begroting. We stellen in 2024 500 duizend euro beschikbaar om het tekort in de jaren 2023 en 2024 aan te vullen.

57. Verlengen talentregeling
We willen de subsidie bewezen talentregeling met twee jaar verlengen, zodat de regeling een eerlijke kans krijgt zich te ontwikkelen. Hiermee geven we invulling aan de motie ‘Maak het makers mogelijk’ van 16 november 2022 (begroting 2023). Het benodigde budget voor 2023 is meegenomen in het steunpakket “herstel cultuur na corona”. Het benodigd budget voor 2024 is 120 duizend euro. We stellen de benodigde middelen incidenteel beschikbaar in 2024.

58. Hoge indexaties en verhoging kosten podiumtechniek
Over de gehele linie stijgen de kosten voor inkoop en onderhoud. Deze kostenstijgingen kunnen niet volledig worden opgevangen door de jaarlijkse indexering van budgetten. Daarnaast zijn de kosten van podiumtechniek sterk gestegen als gevolg van de krappe arbeidsmarkt. We ramen de hogere kosten op 70 duizend euro vanaf 2024. We vangen de hogere kosten op binnen beschikbare cultuurmiddelen.

59. Mentale gezondheid jongeren
We willen meer inzetten op preventie van de mentale gezondheid van jeugd en jongeren. Inzet op mentale gezondheid hangt samen met het gezondheidsbeleid, het jeugdbeleid en het armoedebeleid. Preventiebeleid kan leiden tot een tot een grotere mentale weerbaarheid van jongeren en een bijdrage leveren aan het positief opgroeien. Daarbij kan het leiden tot een verlaging van de kosten voor jeugdhulp op middellange termijn. Voor uitvoering van een actieplan hebben we 200 duizend euro nodig in 2024, 400 duizend euro in 2025 en 450 duizend euro vanaf 2026.
We zien mogelijkheden de kosten te dekken met Rijksmiddelen (bijvoorbeeld het Integraal Zorgakkoord of het Gezond en Actief Leven Akkoord). Op dit moment hebben we hier nog geen zekerheid over. Vooruitlopend daarop dekken we de kosten in 2024 van 200 duizend euro uit beschikbare middelen die we hebben ontvangen in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen ( POK ). Indien blijkt dat dekking uit rijksmiddelen niet mogelijk is, zullen de in 2024 gestarte activiteiten voor mentale gezondheid stopgezet moeten worden.

60. Aanvullende inzet team gezondheid
Het nieuwe gezondheidsbeleid (Gezond in 050) en uitvoeringsplan richten zich op vier speerpunten: een gezonde geest, een gezonde basis, gezond gedrag en een gezonde leefomgeving. Daarnaast zijn er twee akkoorden gesloten:  het Integrale Zorg Akkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Om te voldoen aan de opgaven vanuit de akkoorden en uit het uitvoeringsplan, is formatie uitbreiding nodig van 2 fte. De kosten hiervan zijn 208 duizend euro per jaar vanaf 2024. De structurele formatie-uitbreiding van 2 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 52 duizend euro per jaar vanaf 2024. De kosten voor de aanvullende inzet van team gezondheid van 260 duizend euro vanaf 2024 dekken we uit GALA middelen.

61. Aanpak vroegsignalering
In bepaalde cruciale fasen in de levensloop is sprake van extra risico’s. In preventieve zin is hierin focus aan te brengen om negatieve lange termijn effecten te voorkomen. Verder is het intensiveren van vroegsignalering (o.a. doorbraakmethode eerder inzetten) en werken vanuit gezinsbenadering van belang. Het aanbrengen van focus en intensiveren van vroegsignalering leidt tot een verhoging van de kosten.
We zien mogelijkheden de kosten te dekken met Rijksmiddelen (bijvoorbeeld het Integraal Zorgakkoord of het Gezond en Actief Leven Akkoord). Op dit moment hebben we hier nog geen zekerheid over. Vooruitlopend daarop dekken we de kosten in 2024 van 400 duizend euro uit beschikbare middelen die we hebben ontvangen in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen ( POK ). Indien blijkt dat dekking uit rijksmiddelen niet mogelijk is, zullen de in 2024 gestarte activiteiten voor vroegsignalering stopgezet moeten worden.

62. Aansluiten programma Opgroeien in een kansrijke omgeving (OKO)
Het verder rookvrij maken van de gemeente past binnen het gedachtengoed van een gezonde leefomgeving voor opgroeiende jongeren. Daarnaast vraagt de aangenomen motie over rookvrije speeltuinen en sportlocaties en de raadsvragen over rookvrije bushaltes om Groningen verder rookvrij te maken.

Om vanaf 2024 aan te sluiten bij het programma opgroeien in een kansrijke omgeving (OKO) en de gemeente Groningen verder rookvrij te maken zijn aanvullende middelen nodig. De opgave voor 2024 is 210 duizend euro, in 2025 256 duizend euro en vanaf 2026 226 duizend euro. De incidentele formatie-uitbreiding van 1,4 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 36 duizend euro per jaar.
We zien mogelijkheden de kosten te dekken met Rijksmiddelen. Op dit moment hebben we hier nog geen zekerheid over. Vooruitlopend daarop dekken we de kosten in 2024 van 246 duizend euro (inclusief overhead) uit beschikbare middelen die we hebben ontvangen in het kader van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslagen ( POK ). Indien blijkt dat dekking uit rijksmiddelen niet mogelijk is, zullen de in 2024 gestarte activiteiten stopgezet moeten worden.

63. Capaciteit maatschappelijke opgaven sociaal domein
De verschillende crisissen van de afgelopen jaren zorgen ervoor dat de gemeente voor steeds groter en complexere vraagstukken komt te staan. Daarbij wordt de gemeente in toenemende mate ingezet om landelijk beleid uit te voeren. Voor deze grote opgaven is onvoldoende capaciteit. Enkele voorbeelden hiervan zijn het doorvoeren van de hervormingsagenda bij de jeugdzorg, de implementatie collectiveren jeugdzorg / onderwijs, implementatie aanpak middelen gebruik (zorg en veiligheid) en opgaven in het maatschappelijk vastgoed. Daarnaast is er weinig capaciteit om opkomende problemen op te lossen en snel in te kunnen spelen op actuele ontwikkelingen. Verder is er een behoefte aan meer brede capaciteit op de strategische opgaven in de samenleving.
We stellen 1,5 miljoen euro in 2024 en 2025 beschikbaar voor een gerichte investering in de capaciteit voor maatschappelijke opgaven in het sociaal domein. Het gaat vooral om extra capaciteit voor:

  • ontwikkelmanagement maatschappelijk vastgoed om de komende jaren de opgaven op dit gebied beter in kaart te brengen;
  • projectmanagement voor nieuwe opgaven in het sociaal domein (ook gekoppeld aan landelijke ontwikkelingen). De extra capaciteit dient een bijdrage te leveren in de transformatie van de zorg en een grotere inzet op preventie.
  • De inzet op zorgfraude en indicatiestelling.

Deze inzet is nodig om de zorgkosten op termijn beheersbaar te houden en past daarmee in de opgave die we hebben om de komende jaren tot een reële begroting te komen. Met deze middelen kunnen we de formatie in 2024 en 2025 uitbreiden met 10 fte. De formatie-uitbreiding van 10 fte leidt tot een verhoging van de overhead van 260 duizend euro per jaar.

64. Jongerenparticipatie
We willen meer jongeren betrekken bij het maken en implementeren van beleid. Bij de begroting 2023 heeft de raad een motie aangenomen waarin wordt gevraagd om samen met jongeren te kijken hoe wij jongeren beter en meer kunnen betrekken bij het gemeentelijk beleid, welke vormen van participatie daarbij passen en wat er nodig is om deze vormen te borgen. In 2023 is er 50 duizend euro beschikbaar voor het opstellen van een visie en actieplan. Voor de uitvoering in 2024 en 2025 verwachten we 50 duizend euro nodig te hebben. We stellen de benodigde middelen beschikbaar in 2024 en 2025.

65. Revitalisering pand Duinkerkenstraat en aanpak wijkposten
Het pand aan de Duinkerkenstraat heeft een belangrijke functie bij de huisvesting van Stadsbeheer. Gelet op de technische staat en functionaliteit is het nodig het pand revitaliseren. Daarbij hebben we de mogelijkheid het pand te verduurzamen en de wijkpost zuid te integreren aan de duinkerkenstraat, zodat er een doelmatige bedrijfsvoering ontstaat.
Daarnaast sluiten de wijkposten niet goed aan op de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen in de gemeente. Voor de wijkposten is een huisvestingsvisie opgesteld waarmee invulling wordt gegeven aan een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering van het beheer van de openbare ruimte. De wijkposten zijn daarin belangrijke uitvalsbases voor het dagelijks onderhoud.
De structurele kosten voor de revitalisering en de aanpak wijkposten loopt op termijn op naar ruim 1 miljoen euro. Om een start te kunnen maken stellen we 300 duizend euro structureel vanaf 2024 beschikbaar. Deze kosten kunnen dekken met beschikbare middelen binnen het vastgoedbedrijf.

66. Verzekeringen en belastingen vastgoed
Belastingen en verzekeringen stijgen jaarlijks, onder andere als gevolg van de waardestijging van het vastgoed. Deze lastenstijgingen zijn hoger dan de indexering van de budgetten. We stellen hiervoor 270 duizend euro structureel  vanaf 2024 beschikbaar.

67. Werkbudget werkhervatting gedeeltelijke arbeidsgeschikten ( WGA )
Per 1 januari 2008 is de gemeente Groningen eigenrisicodrager (ERD) voor de wet werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Dit houdt in dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de WGA-uitkeringen en de daarbij behorende re-integratie voor een periode van maximaal 10 jaar. Door het oplopende ziekteverzuim, de toename van het aantal langdurige ziektegevallen (langer dan 1 jaar) en de toename van het aantal WGA-uitkeringen is 2 fte extra formatie nodig voor de WGA begeleidingstrajecten/coaching en de heronderzoeken WGA. De kosten hiervan zijn 170 duizend euro vanaf 2024. Daarnaast is het aantal WGA-uitkeringen verdubbeld. Om de huidige WGA uitgaven te dekken is structureel 170 duizend euro vanaf 2024 nodig. De totale opgave komt op 340 duizend euro vanaf 2024. We stellen de benodigde middelen structureel  beschikbaar vanaf 2024.

68. Datacoördinatoren voor algoritmen- en sensoren register en de datacatalogus
De gemeente Groningen ziet datagedreven werken als een kansrijke mogelijkheid voor vernieuwing van de organisatie en als een kans om meer ‘databewustzijn’ in de organisatie te realiseren. Eén van de middelen om datagedreven werken verder te brengen is het gebruik van een datacatalogus: een overzicht van welke data de gemeente in huis heeft. De datacatalogus zorgt er ook voor dat we voldoen aan wetgeving of ons hierop voorbereiden. Daarnaast gaan we het algoritmeregister en het sensorenregister opnemen in de datacatalogus.
Voor zowel het opzetten van de datacatalogus als het opzetten van een algoritmen- en sensoren register zijn twee datacoördinatoren nodig. De kosten hiervan zijn 202 duizend euro per jaar. We stellen de benodigde middelen eerst voor 2 jaar beschikbaar en dekken deze kosten in 2024 en 2025 uit beschikbare budget voor dienstverlening organisatie innovatie bedrijfsvoering (DOIB).

69. Beheer 3D Digital Twin Groningen
De 3D Digital Twin is een digitale weergave van de gemeente Groningen, zowel boven- als ondergronds. De 3D Digital Twin Groningen is nodig om aan alle relevante (gebieds)ontwikkelingen, programma’s en transities goede invulling te kunnen geven. Tot op heden wordt het beheer op de 3D Digital Twin Groningen gedaan met incidentele middelen. Dit beheer is echter structureel, en dient dus structureel in de begroting geregeld te worden. Hiervoor is 291 duizend euro sper jaar nodig. In 2024 worden de kosten voor 200 duizend euro gedekt uit beschikbare budgetten voor stadsontwikkeling. De resterende kosten verwachten we op te kunnen vangen door een besparing door inzet van de 3D specialisten. Op basis van de ervaringen in 2024 maken we een afspraak voor verdeling van de kosten in 2025 en verder. We gaan er vooralsnog vanuit dat er dan geen aanvullende middelen nodig zijn.

70. Vervanging SW personeel
Binnen de organisatie is SW personeel van iederz aanwezig (detachering), waarvoor op dit moment geen kosten in rekening worden gebracht. Deze detachering stopt in 2023 en de werkzaamheden kunnen niet worden overgenomen binnen de bestaande formatie. Voor de vervanging is 58 duizend euro per jaar nodig. We stellen de benodigde middelen incidenteel in 2024 en 2025 beschikbaar

71. Dienstverlening Burgerzaken locaties Burgerzaken
In 2016 en 2019 is besloten tot een bezuiniging op de locaties van burgerzaken. In 2016 is een besluit genomen tot sluiting van de locaties Hoogkerk en Lewenborg (een bezuiniging van 80 duizend euro). In 2019 is het besluit genomen tot verandering van het dienstverleningsmodel, waarbij besloten is tot sluiting Haren en Ten Boer (een bezuiniging van 100 duizend euro). Daarmee kwam de totale besparing op 180 duizend euro. Als deze bezuinigingen niet worden geëffectueerd door daadwerkelijk sluiten van de locaties is 180 duizend euro nodig om de bezuinigingstaakstelling in te vullen. Daarnaast is extra formatie nodig om de werkzaamheden op de locaties uit te kunnen voeren, omdat er volgens de regelgeving van het Rijk tenminste 2 personen aanwezig moeten zijn (vier-ogen-principe). Het gaat dan om een uitbreiding van 3,1 fte (structureel 212 duizend euro vanaf 2024). De totale opgave komt hiermee op 392 duizend euro vanaf 2024.
Burgerzaken staat aan het begin van vijf drukke jaren in de uitgifte van reisdocumenten als gevolg van de tienjaarlijkse cyclus. Dit maakt het noodzakelijk om de komende jaren zoveel mogelijk loketten open te houden. We stellen voor de jaren 2024-2027 de benodigde middelen beschikbaar. Daarna zullen we de situatie opnieuw bezien.

72. Prijsstijgingen ICT
De prijsstijgingen van licenties van software (=onderhoud) liggen gemiddeld rond de 10% en in enkele gevallen nog hoger. Deze prijsstijgingen stijgen harder dan de indexering van de budgetten. Dit leidt tot een verwacht tekort van 319 duizend euro. We stellen hiervoor 319 duizend euro in 2024 en 2025 beschikbaar.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 15:43:03 met de export van 11/07/2023 15:35:31