Financiële positie

Samenvatting financieel beeld 2024-2027

Samenvatting financieel beeld 2024-2027

In onderstaand overzicht staan de financiële consequenties samengevat van het financieel meerjarenbeeld, de financiële knelpunten en de dekkingsbronnen.

Financieel perspectief

2024

2025

2026

2027

Financieel meerjarenbeeld

4.565

23.360

-9.846

-6.117

Intensiveringen / opgaven

-24.181

-16.695

-15.483

-14.514

Dekkingsbronnen

26.853

1.000

2.000

-

Saldo financieel perspectief

7.237

7.665

 -23.329

-20.631

In hoofdstuk Financieel meerjarenbeeld gaan we in op de ontwikkeling van het meerjarenbeeld. Het startpunt is de meerjarenraming zoals opgenomen in de begroting 2023. Vervolgens worden ieder van de autonome ontwikkelingen vanaf de begroting 2023 toegelicht. Dit betreft de ontwikkelingen zoals opgenomen in de Voorjaarsbrief 2023 maar ook enkele nieuwe ontwikkelingen en actualisaties.

De intensiveringen en hervormingen zoals die in eerdere begrotingen zijn opgenomen voor de jaarschijven 2024-2027 maken onderdeel uit van het saldo van het meerjarenbeeld. De intensiveringen en dekkingsbronnen zoals opgenomen in de voorgaande begrotingen zijn opgenomen in het hoofdstuk Intensiveringen voorgaande jaren en dekkingsbronnen voorgaande jaren.

Ook in de periode 2024 t/m 2027 hebben we te maken met nieuwe opgaven waarvoor middelen beschikbaar zijn gesteld. Een groot deel was reeds opgenomen in het coalitieakkoord. Deze opgaven zijn opgenomen in het hoofdstuk Intensiveringen 2024-2027 en worden daar afzonderlijk per opgave toegelicht. In het hoofdstuk dekkingsbronnen 2024-2027 zijn dekkingsbronnen voor de opgaven toegelicht. Het betreft de inzet van het rekeningresultaat 2022 en de inzet van de spaarbedragen voor opgaven uit de begroting 2023.

Vanaf 2026 resteert een omvangrijk tekort. Dit komt doordat het gemeentefonds opnieuw is verlaagd met de opschalingskorting. De opschalingskorting is een niet taakgebonden korting op het gemeentefonds welke tot 2026 was bevroren. Daarnaast heeft het kabinet voor 2026 een zeer laag accres verstrekt met het oog op de voorgenomen herziening van het belastinggebied. Het is momenteel nog onduidelijk of de verruiming van het lokale belastinggebied doorgaat, vanaf wanneer dit gerealiseerd kan worden en hoe dit vorm wordt gegeven.

Problematiek niet-taakgebonden kortingen rijk
Door de VNG zijn gemeenten per brief geadviseerd hoe de begroting 2024 opgesteld kan worden gegeven het onzekere financiële perspectief. Het begrotingsadvies bestaat uit twee onderdelen:

  • Presenteer voor 2024 en 2025 van de meerjarenraming 2025-2027 een sluitende begroting.
  • Breng de lasten in de meerjarenramingen voor 2026 en 2027 in beeld, in de vorm van een realistische begroting. Baseer deze op het huidige takenpakket, de noodzakelijke investeringen, de inflatie, de stijgende rente, de ambities uit uw coalitieakkoord en geschatte mee- en tegenvallers. Naar verwachting zullen de meerjarenramingen 2026 en 2027 dan duidelijk tekorten aangeven.

Daarnaast adviseert de VNG om in de financiële toelichting een overzicht te geven van keuzes die in dit kader gemaakt of overwogen zijn.

De volgende overwegingen/keuzes hebben bij het opstellen van deze begroting een rol gespeeld:

  • Vanaf 2026 koersen we op een tekort dat is gebaseerd op een korting op het gemeentefonds van 1,5 miljard euro structureel. De aanname is dus dat van de reeds doorgevoerde structurele korting op het gemeentefonds van 3,0 miljard euro in ieder geval nog de helft wordt teruggestort door het rijk;  
  • Alleen de noodzakelijke opgaven zijn gehonoreerd. Overige opgaven zijn zoveel mogelijk incidenteel of anders opgelost. Een aantal opgaven / knelpunten zal daarmee in de toekomst terugkomen;
  • Voor de grote investeringsprojecten zoals het muziekcentrum, Kardinge en Martiniplaza kunnen nu geen aanvullende middelen beschikbaar worden gesteld. Daarvoor ontbreekt de financiële ruimte;
  • Voor de begroting 2025 wordt een prioritering en fasering opgesteld voor de strategische investeringsprojecten. Dit betekent dat voor vaststelling van de begroting 2025 geen investeringsbesluiten genomen kunnen worden;
  • Voor de begroting 2025 zullen mogelijkheden tot het ombuigen van beleid in kaart worden gebracht.

Rekening houdend met bovenstaande overwegingen/keuzes koersen we op een structureel toelaatbaar tekort van + 22 miljoen euro vanaf 2026 zoals in de Voorjaarsbrief is aangegeven. De onduidelijkheid over (het gebrek aan) financiële ruimte van gemeenten en de opgaven vanaf 2026 maken dat het Rijk op zeer korte termijn een reëel financieel perspectief voor gemeenten moet presenteren.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 15:43:03 met de export van 11/07/2023 15:35:31