Emu saldo
| T-1 | T | T+1 | |
---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | ||
Omschrijving | Volgens realisatie tot en met sept. 2023, aangevuld met raming resterende periode | Volgens begroting 2024 | Volgens meerjarenraming in begroting 2025 | |
(Bedragen x 1.000 euro) | ||||
1. | Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c) | 6.146 | -11.287 | 23.952 |
2. | Mutatie (im)materiële vaste activa | 46.164 | 109.012 | 31.205 |
3. | Mutatie voorzieningen | 3.393 | -1.410 | -3.865 |
4. | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 33.704 | 14.344 | -6.823 |
5. | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa | 0 | 0 | 0 |
Berekend EMU-saldo | -70.329 | -136.053 | -4.295 |
Toelichting
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het (gemodificeerde) baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. In de EMU-systematiek gaat het namelijk om kasstromen, dat wil zeggen inkomsten en uitgaven. Zo tellen investeringen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben.
Het begrotingssaldo in baten-/lastentermen bedraagt in 2024 0 euro, maar exclusief de mutaties in de reserves is dit 11,3 miljoen euro negatief. Daarnaast nemen onze (im)materiële vaste activa met 109,0 miljoen euro toe en investeren we per saldo 14,3 miljoen euro in onze grondexploitaties. Tot slot zijn er uitgaven van 1,4 miljoen euro die we rechtstreeks ten laste brengen van de voorzieningen. Daarmee komt het EMU-saldo van de gemeente Groningen voor 2024 uit op 136,1 miljoen euro negatief.
De grootste oorzaak van het negatieve EMU-saldo, de verwachte toename van de boekwaarde van de (im)materiële vaste activa met 109,0 miljoen, wordt veroorzaakt door het feit dat de investeringen in vaste activa met een bedrag van 157,6 miljoen euro veel hoger liggen dan de afschrijvingen op de (im)materiële vaste activa van 48,6 miljoen euro. Zoals blijkt uit paragraaf 1.5.3 Investering en financieringsstaat is er naast het bedrag van 20,5 miljoen euro aan routinematige vervangingsinvesteringen en het bedrag van 37,1 miljoen euro aan investeringen in de openbare ruimte (infrastructuur) sprake van een, ook historisch gezien, hoog bedrag aan beleidsmatige investeringen van 100,0 miljoen euro. In dit laatste bedrag zit onder andere een investering in scholen begrepen van 56,9 miljoen euro.