Dekkingsbronnen voorgaande jaren
In dit onderdeel van de financiële positie lichten wij de hervormingen toe die in voorgaande jaren in de begroting zijn verwerkt. Het betreft de nog openstaande hervormingen afkomstig uit de begrotingen 2021, 2022 en 2023. Ieder van deze hervormingen wordt vervolgens toegelicht.
Hervormingen voorgaande begrotingen | Begroting | Deelpro-gramma | I/S | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|
1. Inzet activeringsmiddelen voor oplopende onderhoudskosten openbare ruimte door veranderde instroom mensen met afstand tot de arbeidsmarkt | 2022 | 3.1 | S | 290 | 610 | 610 |
2. Aanvulling taakstelling Jeugdzorg | 2022 | 3.1 | S | -300 | -700 | -700 |
3. Inzet DOIB | 2021 | 4.2 en 4.4 | I | 500 | ||
4. Aanvulling rijksmiddelen uitvoering Jeugdzorg | 2022 | 4.3 | S | -900 | -1.900 | -1.900 |
5. Reclamebelasting | 2023 | 4.3 | S | 350 | 350 | 350 |
6. Stelselwijziging riolering en BTW compensatiefonds (BCF) | 2023 | 4.3 | S | -40 | -40 | -40 |
7. Rijksmiddelen re-integratie | 2023 | 4.3 | S | 1.100 | 1.100 | 1.100 |
8. Verhoging leges Titel 3, Legesverordening | 2022 | divers | S | 29 | 29 | 29 |
Totaal hervormingen voorgaande jaren | 1.029 | -551 | -551 |
1. Inzet activeringsmiddelen t.b.v. oplopende onderhoudskosten openbare ruimte door veranderde instroom mensen met afstand tot de arbeidsmarkt
We zetten de eerder beschikbaar gestelde intensiveringsmiddelen voor activering anders in. Deze middelen zullen we inzetten voor de oplopende onderhoudskosten voor beheer en onderhoud openbare ruimte door veranderende instroom van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt (zie opgave 16, begroting 2022 pag.290).
2. Aanvullende taakstelling Jeugdzorg
Aanvullend op de maatregelen die al zijn getroffen om de kosten van de jeugdzorg omlaag te brengen, zien wij mogelijkheden in de door de arbitragecommissie voorgestelde maatregelen om de kosten van jeugdzorg verder te verlagen. Daarom is een aanvullende taakstelling opgenomen van 3,0 miljoen euro in 2023, 2,7 miljoen euro in 2024 en 2,3 miljoen euro vanaf 2025.
3. Inzet DOIB
In de begroting is een jaarlijks een budget beschikbaar voor financiering van concernbrede initiatieven voor vernieuwing en verbetering van de organisatie op het gebied van dienstverlening en bedrijfsvoering (DOIB). De financiële realisatie van het DOIB-budget laat zien dat er jaarlijks sprake is van onderbesteding. We zetten daarom 500 duizend euro van dit budget als dekking in voor 2022 t/m 2024.
4. Aanvullen rijksmiddelen uitvoering jeugdzorg
Op 3 juni 2021 heeft het kabinet besloten om gemeenten in 2022 1,314 miljard euro extra budget te verstrekken voor de uitvoering van de jeugdwet. Dit extra budget is het resultaat van een jarenlang traject van onderzoeken naar tekorten op de jeugdhulp, gesprekken tussen VNG en Rijk hierover en de uiteindelijke uitspraak van een arbitragecommissie over de structurele financiering van de jeugdzorg. Het aandeel van de gemeente Groningen in het totale budget 2022 is 17,4 miljoen euro. Aan de afspraak over het extra budget is gekoppeld dat er een hervormingsagenda tussen Rijk, VNG en andere betrokken partijen moet komen, waarin maatregelen zijn opgenomen om de kosten van jeugdzorg omlaag te brengen. De arbitragecommissie heeft hierover uitspraken gedaan. De verwachting is dat daardoor het jaarlijkse extra budget voor de jaren na 2022 stapsgewijs omlaag zal gaan. Het Rijk heeft voor de jaren vanaf 2023 indicatieve budgetten afgegeven. Vanuit behoedzaamheid en in het licht van de afspraken rond de hervormingsagenda dat gemeenten ook zelf kostenbesparende maatregelen kunnen nemen, is tussen Rijk, gemeenten en provincies (als toezichthouder) afgesproken dat gemeenten maximaal 75% van het deel dat gemeenten op basis van de verdeling van deze jaarlijkse budgetten zouden krijgen, mogen opnemen in de begroting. In de begroting 2022 hebben we rekening gehouden met een opbrengst van 17,4 miljoen euro. Voor 2023 en verder houden we rekening met de volgende bedragen: 2023: 10,5 miljoen euro, 2024: 9,6 miljoen euro en 2025: 8,6 miljoen euro.
5. Reclamebelasting
In de begroting 2022 werd al rekening gehouden met een structurele opbrengst van 150 duizend euro vanaf 2023. Daarnaast is in het coalitieakkoord rekening gehouden met een verhoging van de reclamebelasting met 350 duizend euro. De totale opbrengst van de reclamebelasting komt daarmee dan op 500 duizend euro. De reclamebelasting kan pas per 1 januari 2024 ingevoerd worden.
6. Stelselwijziging riolering en BTW compensatiefonds (BCF)
De btw op investeringen mag (extracomptabel) worden betrokken in de bepaling van het tarief. We namen btw die op investeringen drukt altijd mee in het tarief op basis van de kapitaallast van deze investeringen. Vanaf 2023 nemen we de btw op de verwachte investeringsuitgaven mee in het tarief. Hierdoor ontstaat een voordelige bijstelling van 810 duizend euro in 2023 dat daarna met 40 duizend euro per jaar afloopt
7. Rijksmiddelen re-integratie
In het regeerakkoord is opgenomen dat er maatregelen komen die de bestaanszekerheid van lage- en middeninkomens moeten versterken. Het kabinet gaat 500 miljoen euro per jaar investeren in het hervormen van de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden. Wij hebben een inschatting gemaakt van ons aandeel in de beschikbare middelen. Voor een deel hebben we dit ingezet ter dekking van de opgave van 250 basisbanen (zie opgave 1). Het resterende budget 1,1 miljoen euro in 2023 en 2,2 miljoen euro vanaf 2024 zetten we ter dekking van andere opgaven op het gebied van armoede en schulden.
8. Verhoging leges Titel 3 Legesverordening
We streven naar 100% kostendekkendheid van onze leges. We constateren dat de leges verhoogd moeten worden in Titel 3 van de Legesverordening om aan dit uitgangspunt te voldoen. De horecaondernemers zijn zwaar getroffen door de gevolgen van de COVID-beperkingen. Daarom worden de leges voor horeca- en terrasvergunningen in drie stappen verhoogd tot een kostendekkendheid van 100%. De leges voor de seksbedrijven en vergunningen huisvestingswet brengen we met ingang van 2022 op een kostendekkendheid van 100%. De opbrengst bedraagt 131 duizend euro in 2022, 160 duizend euro in 2023 en loopt op tot 189 duizend euro vanaf 2024.