Deelprogramma 3.1: Werk en inkomen

Financiën

Financiën

In dit onderdeel worden de financiën van het deelprogramma toegelicht op het niveau van het beleidsveld. Door een toelichting op het niveau van het beleidsveld, sluiten we aan bij de indeling in de tabel met resultaten/ activiteiten. Indien mogelijk wordt bij de toelichting op de totale lasten aangesloten bij de activiteiten.

Financieel overzicht lasten en baten

03.1

Werk en inkomen

Omschrijving

Rekening

Actuele Begroting

Primitieve begroting

(Bedragen x 1.000 euro)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Lasten

03.1.1

Werk en activering

73.927

71.034

79.592

76.482

71.331

69.622

03.1.2

Inkomensondersteuning en schuldhulpverlening

244.221

199.632

217.649

220.353

225.493

227.318

Totaal

318.148

270.667

297.241

296.835

296.824

296.940

Baten

03.1.1

Werk en activering

21.230

16.240

19.291

19.077

18.215

18.215

03.1.2

Inkomensondersteuning en schuldhulpverlening

158.609

152.415

170.184

172.279

175.825

175.828

Totaal

179.839

168.654

189.475

191.356

194.040

194.043

Saldo van baten en lasten voor reservemutaties

-138.309

-102.012

-107.766

-105.479

-102.785

-102.897

Reserve mutaties

Totaal toevoegingen

737

0

0

0

0

0

Totaal onttrekkingen

1.238

4.227

5.535

3.735

0

0

Saldo van baten en lasten na reservemutaties

-137.808

-97.786

-102.231

-101.744

-102.784

-102.897

Financiële toelichtingen begroting 2024

Hieronder lichten we achtereenvolgens toe waar het geld vandaan komt en waar het naartoe gaat, welke extra middelen er beschikbaar worden gesteld en of daar extra dekking tegenover staat. Tot slot geven we op hoofdlijnen aan wat de verschillen zijn in beschikbare baten en lasten ten opzichte van de vorige begroting.

Toelichtingen op baten en lasten begroting 2024

3.1 Werk en inkomen

Lasten

Baten

Saldo

Begroting 2024

297.241

189.475

-107.766

Waarvan intensiveringen 2024

2.323

0

-2.323

Bestaand beleid 2024

294.918

189.475

-105.443

Verschil ten opzichte van 2023

24.251

20.821

-3.430

Waar gaat het geld voornamelijk naar toe (bestaand beleid):

3.1.1 Werk en activering

Lasten

Baten

Sociale Werkvoorziening en nieuwe doelgroepen

48.000

14.400

De totale lasten voor de Sociale Werkvoorzieningen (inclusief begeleid werken) en Nieuw Beschut hebben we begroot op 41,1 miljoen euro. De omzet uit interne detachering verlaagt deze lasten naar 38,5 miljoen euro. Daarnaast hebben we voor afspraakbanen 2,1 miljoen euro aan lasten begroot. De uitgaven voor loonkostensubsidie zijn 7,3 miljoen euro, waaronder 1,9 miljoen euro voor Nieuw Beschut.
De baten bestaan hoofdzakelijk uit 2,7 miljoen euro omzet beschut bedrijf, 2,2 miljoen euro omzet externe detachering en 7,3 miljoen uitkering loonkostensubsidie van het rijk. Daarnaast is de gemeente als werkgever van Nieuw Beschut banen zelf de ontvanger van de ingezette loonkostensubsidie Nieuw Beschut. Daarom staat tegenover de last van 1,9 miljoen euro ook een bate van 1,9 miljoen euro voor de gemeente.

Participatie en re-integratie trajecten

20.600

Van de begrote middelen is 12,4 miljoen euro nodig ter dekking van de uitvoeringskosten. Dit betreft hoofdzakelijk directe ambtelijke personeelskosten. Voor het Werk- en Ontwikkelprogramma, waarmee we de kansen van inwoners op participatie en werk willen vergroten, hebben we 2,2 miljoen euro begroot. Daarnaast zetten we 3,5 miljoen euro in voor trajecten en 2,5 miljoen euro voor overige subsidies en bijdragen.   

Werk in Zicht

4.600

1.900

Werk in Zicht (WIZ) is een regionaal samenwerkingsverband voor de arbeidsmarktregio Groningen, gericht op een betere aansluiting tussen vraag en aanbod van (deels onbenut) talent op de arbeidsmarkt. We zetten de middelen in volgens de WIZ programmabegroting 2023-2026 voor trajecten zoals Kansrijk Opleiden en Kansen voor Vakmanschap. Voor het programma ontvangen we 1.1 miljoen euro aan bijdragen van de provincie en 0.8 miljoen euro aan bijdragen van andere gemeenten.

Basisbanen

3.700

2.300

Basisbanen zijn betaalde banen die we aanbieden voor deelnemers die onder de Participatiewet vallen en voor wie uitstroom naar regulier werk, een beschutte werkplek of een afspraakbaan niet mogelijk is. De begrote lasten bestaan hoofdzakelijk uit kosten voor lonen en begeleiding. Daarnaast zijn er uitvoeringskosten. De baten betreffen loonkostensubsidie en verwachte bijdragen van werkbiedende partijen.

Inburgering

2.600

  705

Voor uitvoering van de inburgeringswet, die voorziet in begeleiding van statushouders naar opleiding en werk, hebben we 1,9 miljoen euro begroot. Daarnaast ontvangen we van het rijk een specifieke uitkering voor inburgeringsvoorzieningen zoals leerroutes en maatschappelijke begeleiding. De voorlopige verwachting is dat we van deze uitkering in 2024 0,7 miljoen euro in kunnen zetten voor maatschappelijke begeleiding en daarom is dit bedrag in de begroting verwerkt als last en als bate.   

Tekort meerjarenbeeld Werk & Participatie

-1.000

Op basis van het regeerakkoord hebben wij in de meerjarenbegroting rijksmiddelen opgenomen die wij verwachten te ontvangen voor participatie. Inmiddels is duidelijk dat wij deze middelen niet ontvangen en dat veroorzaakt in 2024 een tekort van 1,0 miljoen euro. Dit tekort wordt aangevuld door een intensivering.

3.1.2 Inkomensondersteuning en schuldhulpverlening

Lasten

Baten

BUIG

187.600

168.500

We verwachten 175 miljoen euro te besteden aan uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte werknemers), IOAZ (Inkomensvoorziening voor Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen, Bbz 2004 (Besluit bijstandsverlening zelfstandigen) en overige wettelijke regelingen. Voor de bijbehorende uitvoeringskosten is 12,6 miljoen euro begroot. We ontvangen voor deze regelingen een BUIG-uitkering van het rijk van 163 miljoen euro. Daarnaast is een opbrengst van 5,5 miljoen euro begroot uit terugvordering van teveel betaalde uitkeringen.

Schuldhulpverlening

 10.200

    1.200

Het begrote bedrag zetten we in voor onder meer beschermingsbewind, budgetbeheer, de Eurocoach, schuldbemiddeling en voor bijkomende uitvoeringskosten. De baten betreffen eigen bijdragen cliënten en rente over leningen.

Armoede- en minimaregelingen

   9.500

We verwachten 7,4 miljoen euro in te zetten vanuit de diverse regelingen zoals Toekomst met Perspectief, Studietoeslag en Wet Kinderopvang. Daarnaast is rekening gehouden met 2,1 miljoen euro uitvoeringskosten.

Bijzondere bijstand

   4.600

       460

Voor de inzet van bijzondere bijstand in het geval van onverwachte maar onontkoombare kosten hebben wij 4,6 miljoen euro begroot. We zetten de middelen onder meer in voor kredietverlening aan statushouders, medische kosten, maaltijdvoorziening en de witgoedregeling. Een aantal verstrekkingen hebben de vorm van een krediet; de begrote baten hebben betrekking op ontvangsten in verband met kredietverlening.

Individuele inkomenstoeslag

   4.500

Voor de individuele inkomenstoeslag die kan worden aangevraagd wanneer langer dan 2 jaar sprake is van een uitkering of laag inkomen, hebben wij 4,0 miljoen euro begroot. Daarnaast is 0,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het beter bereiken van de doelgroep.

Waar zetten we dit jaar extra geld voor in (intensiveringen) en waar hebben we extra dekkingsbronnen binnen dit deelprogramma:

3.1

Intensiveringen en dekkingsbronnen 2024

Intensivering

I/S

Dekking

30

Uitvoeringskosten hersteloperatie gedupeerden kindertoeslag

85

I

23

Bijzondere bijstand

870

S

Inzet beschikbare middelen toekomst met perspectief

S

300

25

Individuele studietoeslag

700

S

Resterende middelen voor bijzondere bijstand aan studenten

I

700

24

Wet kinderopvang

273

S

27

Eenmalige korting dierenartskosten

35

I

63

Capaciteit en kwaliteit bestuurlijk-/maatschappelijke opgaven (totaal 1,5 miljoen binnen programma 3)

161

I

52

Gesubsidieerde instellingen (totaal 4,3 miljoen euro binnen programma 3)

117

I

60

Aanvullende inzet team gezondheid (totaal 260 duizend euro binnen programma 3)

2

S

29

Actualisatie meerjarenbegroting programma werk & participatie

1.080

I

31

Opgaven Iederz

975

S

31

Opvangen binnen beschikbare middelen SW

S

975

De nummering komt overeen met de nummering in het Financieel meerjarenbeeld , hier staat een totaaloverzicht  en toelichting op de intensiveringen en dekkingsbronnen.

Toelichting op hoofdlijnen op het verschil in de baten en lasten ten opzichte van de begroting 2023

Onderwerp

Lasten

Baten

Sociale Werkvoorziening en nieuwe doelgroepen

 1.300

   -66

De loonkosten stijgen met 0,5 miljoen euro. Tegenover een kleiner wordende doelgroep SW staat een groei van banen Nieuw Beschut en afspraakbanen. Daarnaast zijn lonen gestegen als gevolg van de indexatie van het wettelijk minimumloon. Verder verwachten we 0,8 miljoen euro meer uit te geven aan uitvoeringskosten, met name door uitbreiding van personele inzet voor Basis op Orde en het instroomportaal, en overige bedrijfskosten. De baten zijn lager door een lagere detacheringsomzet als gevolg van dalend aantal SW medewerkers (0,5 miljoen euro). Dit wordt deels gecompenseerd door een hogere bedrijfsomzet van het beschutte bedrijf (251 duizend euro) en een hogere loonkostensubsidie Nieuw Beschut (255 duizend euro).

Basisbanen

  2.400

2.300

De loonkosten basisbanen stijgen door toename van het aantal banen van 125 aan het begin van het jaar naar 180 aan het einde van het jaar en door verhoging van het wettelijk minimumloon. Daarbij nemen ook de uitvoeringskosten toe. Tegenover de stijgende kosten staan hogere ontvangsten van loonkostensubsidie en bijdragen van werkbiedende partijen. Doordat we in 2023 de lasten en baten gezamenlijk aan de lastenkant vermeldden maar dit vanaf 2024 splitsen in lasten en baten, valt het saldo uiteen in een toename van 2,4 miljoen euro aan lasten en 2,3 miljoen euro aan baten.

Inburgering

  1.200

   705

We hebben 0,5 miljoen euro hogere personeelskosten door een verschuiving van middelen tussen verschillende deelprogramma's. Daarnaast zetten we 705 duizend euro subsidie in voor maatschappelijke begeleiding. Hiervoor ontvangen we een specifieke uitkering van het rijk.

WIZ

  2.400

    157

De lasten nemen met 2,2 miljoen euro toe overeenkomstig de meerjarenbegroting WIZ 2023-2026. Daarnaast zetten we 157 duizend euro extra in voor Kansrijk Opleiden, omdat de bijdrage die we hiervoor ontvangen van de provincie met ditzelfde bedrag is verhoogd.

BUIG

16.000

18.000

De stijging van uitkeringslasten komt met name door de verhoging van de bijstandsuitkeringen als gevolg van de stijging van het wettelijk minimumloon. De BUIG-uitkering die we van het rijk ontvangen is hierdoor eveneens hoger. Omdat het aantal uitkeringen in Groningen zich gunstig ontwikkelt ten opzichte van de landelijke trend, mede dankzij het Werk- en Ontwikkelprogramma, verwachten we dat het tekort op uitvoering van de verschillende bijstandsregelingen 2,0 miljoen euro lager uitvalt dan in 2023.

Schuldhulpverlening

  1.100

     260

Als gevolg van de CAO-stijging in 2023 zijn de personeelskosten schuldhulpverlening 1,1 miljoen hoger in 2024. De baten zijn 260 duizend euro hoger doordat wij meer opbrengsten voor bewindvoering verwachten.

Bijzondere bijstand

    -526

Op basis van de daling van het aantal bijstandsgerechtigden ontvangen we een lagere vergoeding voor bijzondere bijstand vanuit het gemeentefonds. Hierdoor hebben wij een lager budget in 2024.

In het hoofdstuk financiële positie zijn aanvullend nog de volgende overzichten en toelichtingen opgenomen:

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft een totaaloverzicht van en een toelichting op de (financiële) risico’s.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 15:43:03 met de export van 11/07/2023 15:35:31