Paragrafen

Paragraaf 8: Lokale heffingen

Belastingen

Hieronder geven wij een toelichting op de ontwikkeling van de diverse belastingen van de Gemeente Groningen.

Onroerende zaakbelasting
De opbrengst van de OZB stijgt in 2024 van 105,59 miljoen euro naar 114,58 miljoen euro, een toename 8,99 miljoen euro. Deze toename is voornamelijk het gevolg van een indexatie van 7,6 miljoen euro (inclusief een hogere opbrengst voor Het Fonds) en een toename van het bouwvolume van 900 duizend euro. Daarnaast is de systematiek van toerekening van de uitvoeringskosten van het Noordelijke Belastingkantoor geactualiseerd. Hierdoor wordt minder toegerekend aan publiekrechtelijke heffingen, vooral afvalstoffen- en rioolheffing. Dit wordt gecompenseerd door de OZB te laten stijgen met 377 duizend euro.

Roerende zaakbelasting
De opbrengst roerende zaakbelasting stijgt met 4 duizend euro als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief.

Logiesbelasting
De raming van de opbrengst logiesbelasting is gelijk met voorgaand jaar.

Reclamebelasting
Met ingang van 2024 willen wij een reclamebelasting invoeren. Als gemeente werken we aan het herwinnen van de openbare ruimte in brede zin en daartoe zetten we verschillende middelen in. Reclamebelasting is een middel om aankondigingen die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg terug te dringen. De geraamde opbrengst van de reclamebelasting is 650 duizend euro. Na aftrek van de uitvoeringskosten (150 duizend euro) is de netto-opbrengst 500 duizend euro.

Precariobelasting
De opbrengsten uit precariobelasting bestaan uit heffingen voor gebruik van gemeentegrond, terrassen in de openbare ruimte en kabels en leidingen. In 2024 wordt de precariobelasting anders ingericht. Het doel is een prikkel te creëren waardoor bedrijven en particulieren steigers en rolcontainers e.d. zo spoedig mogelijk weer uit de openbare ruimte verwijderen. Dit in het kader van het herwinnen van de openbare ruimte.

De opbrengsten stijgen in de begroting 2024 met 108 duizend euro als gevolg van het jaarlijks indexeren van het tarief.  

Parkeergelden
De parkeergelden bestaan uit een publiekrechtelijk en een privaatrechtelijk deel. Het publiekrechtelijk deel wordt ook wel parkeerbelasting genoemd en daaronder vallen de tarieven voor het parkeren bij parkeerautomaten, het opleggen van naheffingsaanslagen voor het niet betalen van parkeergeld bij de parkeerautomaat, de kosten van het (gratis) fiets parkeren en de tarieven voor parkeervergunningen. Onder het privaatrechtelijk deel vallen de tarieven voor parkeergarages en buurtstallingen.

De opbrengst van de publiekrechtelijke parkeergelden (parkeerbelasting) stijgt met 2,2 miljoen euro. Deze toename wordt vooral verklaard door tariefsverhogingen en een hoger gebruik bij vergunningen en parkeren op straat. De opbrengsten van de lokale heffingen nemen voor het onderdeel parkeerbelasting in totaal toe met 4,1 miljoen euro ten opzichte van de begroting 2023. Dit wordt, naast de hierboven al genoemde toename, verklaard door administratieve verschuivingen die geen financiële gevolgen hebben voor de bezoekers en inwoners van de gemeente Groningen.

De baten in de parkeergarages nemen met 1 miljoen toe voornamelijk verklaard door tariefstijgingen en hogere bezetting bij de garages Forum, Boterdiep en Damsterdiep. De kostendekkendheid van het privaatrechtelijke deel bedraagt in 2024 96%. De kostendekkendheid is lager dan 100% als gevolg van de opening en de daarmee gepaard gaande aanloopverliezen van de Forumgarage.

Deze pagina is gebouwd op 11/07/2023 15:43:03 met de export van 11/07/2023 15:35:31